ECLI:NL:HR:2023:596

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
22/03109
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen een niet bestaande uitspraak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 april 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie met nummer 22/03109, ingesteld door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende). Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van het Hof in een eerdere zaak, die door het Hof was behandeld onder zaaknummer BKSGR 21/00838. Belanghebbende had echter in die zaak ter zitting het hoger beroep ingetrokken, waardoor er geen uitspraak door het Hof was gedaan. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep in cassatie was gericht tegen een niet bestaande uitspraak.

De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en vastgesteld dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, aangezien er geen uitspraak was waartegen beroep kon worden ingesteld. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat betekent dat de kosten voor de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd.

De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is gewezen door vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/03109
Datum14 april 2023
ARREST
op het door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het geschrift waarbij beroep in cassatie is ingesteld vermeldt dat het beroep is gericht tegen een uitspraak in een zaak die het Hof heeft behandeld onder zaaknummer BKSGR 21/00838. Blijkens de aan de Hoge Raad toegezonden stukken heeft belanghebbende in die zaak ter zitting het hoger beroep ingetrokken, en heeft het Hof in die zaak geen uitspraak gedaan. Het beroep in cassatie is derhalve gericht tegen een niet bestaande uitspraak en moet om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023.