Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
28 maart 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van het opzettelijk telen van hennepplanten in de zolder van haar woning, samen met een medeverdachte. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere arresten over medeplegen en de rol van de proceshouding van de verdachte. Het hof had vastgesteld dat er een hennepkwekerij was aangetroffen in de woning waar de verdachte en haar medeverdachte verbleven, en dat beiden konden beschikken over de kwekerij. De verklaring van de verdachte dat zij niet wist om welke spullen het ging, werd door het hof niet aannemelijk geacht. Echter, de Hoge Raad oordeelt dat de omstandigheden niet voldoende zijn om te concluderen dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte. De bewezenverklaring is ontoereikend gemotiveerd, wat leidt tot een partiële vernietiging van het arrest en terugwijzing naar het hof voor herbehandeling van de zaak.