ECLI:NL:HR:2023:307

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
22/01908
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van partnerschapsvoorwaarden en afwijzing van partneralimentatie wegens grievend gedrag

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de vrouw tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat J. de Jong van Lier, verzocht om cassatie tegen de man, die werd bijgestaan door advocaat M.S. van der Keur. De zaak betreft de vernietiging van partnerschapsvoorwaarden op basis van wilsgebreken en de afwijzing van partneralimentatie wegens grievend gedrag van de man.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Limburg en het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waaruit blijkt dat de vrouw eerder in de procedure betrokken was. De advocaat-generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van de vrouw schriftelijk heeft gereageerd.

Na beoordeling van de klachten over de beschikking van het hof, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de vrouw verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/01908
Datum24 februari 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de vrouw,
advocaat: J. de Jong van Lier,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de man,
advocaat: M.S. van der Keur.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaken C/03/256799 / FA RK 18-4154 en C/03/269819 / FA RK 19-3677 van de rechtbank Limburg van 17 oktober 2019, 9 maart 2020 en 25 mei 2021;
b. de beschikking in de zaken 200.295.637/01 en 200.295.638/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 februari 2022.
De vrouw heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De man heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de vrouw heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
24 februari 2023.