ECLI:NL:HR:2023:293

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
22/00263
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie overheidsaansprakelijkheid en ontbinding realisatieovereenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de ontwikkelingsmaatschappij Lelylaan C.V. tegen de Gemeente Amsterdam. De zaak betreft een geschil over de ontbinding van een realisatieovereenkomst en de vraag of er sprake is van verzuim, toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waaruit blijkt dat Lelylaan in eerste instantie in het ongelijk is gesteld. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft de klachten van Lelylaan over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Lelylaan veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 14.229,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/00263
Datum24 februari 2023
ARREST
In de zaak van
ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ LELYLAAN C.V.,
gevestigd te Weert,
EISERES tot cassatie,
hierna: Lelylaan,
advocaat: A.H.M. van den Steenhoven,
tegen
GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelende te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de gemeente,
advocaat: M.W. Scheltema.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/13/645710 /HA ZA 18-321 van de rechtbank Amsterdam van 10 oktober 2018 en 1 mei 2019;
b. het arrest in de zaak 200.263.087/01 van het gerechtshof Amsterdam van 26 oktober 2021.
Lelylaan heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De gemeente heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Lelylaan heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Lelylaan in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de gemeente begroot op € 14.229,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Lelylaan deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de president G. de Groot als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
24 februari 2023.