ECLI:NL:HR:2023:290

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
21/05271
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging koopovereenkomst zonder dat juiste contractspartij in geding is betrokken; eisvermeerdering en aanvullende producties bij en na memorie na verwijzing; waardering deskundigenbewijs

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [eiseres] V.O.F. tegen de verwerping van haar beroep door het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de vernietiging van een koopovereenkomst waarbij de juiste contractspartij niet in het geding was betrokken. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder een arrest van 20 maart 2020 en een arrest van 21 september 2021. De advocaat-generaal R.H. de Bock heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van [eiseres] schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft de klachten van [eiseres] beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerders] zijn begroot op € 7.015,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/05271
Datum24 februari 2023
ARREST
In de zaak van
[eiseres] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres] v.o.f.,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
1. FIRMA [verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: D.M. de Knijff.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn arrest in de zaak 18/05370 (ECLI:NL:HR:2020:485) van 20 maart 2020;
b. het arrest in de zaak 200.278.043/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 21 september 2021.
[eiseres] v.o.f. heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] v.o.f. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseres] v.o.f. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 7.015,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, H.M. Wattendorff en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
24 februari 2023.