Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
24 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [eiseres] V.O.F. tegen de verwerping van haar beroep door het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de vernietiging van een koopovereenkomst waarbij de juiste contractspartij niet in het geding was betrokken. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder een arrest van 20 maart 2020 en een arrest van 21 september 2021. De advocaat-generaal R.H. de Bock heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van [eiseres] schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van [eiseres] beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerders] zijn begroot op € 7.015,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.