Het hofheeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het Besluit vernietigd. Daartoe heeft het hof onder meer het volgende overwogen.
Op grond van art. 5:140b leden 1 en 3 BW volgt vernietiging van het Besluit indien niet blijkt dat [eiser] als gevolg van de wijziging geen schade lijdt. De VvE draagt op dit punt de bewijslast. De bewijslast ligt bij [eiser] waar het gaat om zijn beroep op de vernietigbaarheid van het Besluit wegens de vermeende onredelijkheid en onbillijkheid daarvan (art. 2:15 lid 1, aanhef en onder b, BW). (rov. 3.2-3.4)
Het hof ziet in de discussie tussen partijen de volgende onderwerpen:
a. de zolder van de Mariakapel en de pleinkelder;
b. de verdiepingsvloeren van de appartementen A-35, A-36, A-37 en A-38;
c. de kosten van het wijzigen van de akte van splitsing. (rov. 3.5)
De zolder van de Mariakapel en de pleinkelder
Volgens het Besluit zullen de zolder van de Mariakapel en de pleinkelder, die nu beide gemeenschappelijk eigendom zijn, worden toegevoegd aan de privé-eigendom van appartementsrecht A-25 respectievelijk appartementsrecht A-54. Niet valt uit te sluiten dat [eiser] schade zal lijden in de vorm van verhoging van de periodieke lasten, wat mogelijk de waarde van het appartementsrecht van [eiser] aantast. Ook is niet duidelijk dat de waarde van dat appartementsrecht niet negatief wordt beïnvloed door de wijzigingen. De VvE heeft gelet op het voorgaande haar stelling dat [eiser] als gevolg van de verschuiving van de kapelzolder en de pleinkelder van gemeenschappelijk eigendom naar privé-eigendom geen schade lijdt, niet voldoende onderbouwd. Zij heeft in hoger beroep ook geen bewijs aangeboden van die stelling. Een meer globale benadering van de vraag of [eiser] schade zal lijden door uitvoering van het Besluit leidt niet tot een andere uitkomst van de procedure. De VvE verlangt van [eiser] om mee te werken aan het oplossen van slechts een gedeelte van de bestaande problemen, zonder dat onderzoek is gedaan naar de invloed die dat zal hebben op de andere punten van discussie in de VvE. In het licht hiervan is het Besluit in strijd met de redelijkheid en billijkheid die binnen het verenigingsverband in acht moet worden genomen en moet het om die reden worden vernietigd nu [eiser] dat vordert. (rov. 3.6-3.8)
De verdiepingsvloeren van de appartementen A-35, A-36, A-37 en A-38
Door de wijziging van de akte van splitsing worden de ruimtes boven de appartementen A- 35, A-36, A-37 en A-38 aangemerkt als verblijfsruimtes, waardoor het huidige gebruik wordt gelegaliseerd. [eiser] heeft niet voldoende tegengesproken dat de bewoners hun bovenverdiepingen niet anders zullen gaan gebruiken dan zij sinds de oplevering hebben gedaan, zodat hij in zoverre geen nadeel lijdt. [eiser] heeft onvoldoende gemotiveerd tegengesproken dat de wijziging niet tot een verhoging van de verzekeringspremies leidt. Van strijd met de redelijkheid en billijkheid van art. 2:8 BW is op dit punt niet gebleken. (rov. 3.10)
De kosten van het wijzigen van de akte van splitsing
De kosten voor het wijzigen van de akte van splitsing worden niet beschouwd als schade in de zin van art. 5:140b lid 3 BW. (rov. 3.11)
De slotsom is dat het hoger beroep slaagt doordat niet voldoende is gebleken dat [eiser] door wijziging van de akte van splitsing op de in het Besluit voorziene wijze geen schade zal lijden. (rov. 4.1)