Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
24 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Coty Beauty Germany GmbH (hierna: Coty) en Easycosmetic Benelux B.V. (hierna: Easycosmetic). Coty, gevestigd in Darmstadt, Duitsland, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat op 17 augustus 2021 werd gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Den Haag en het arrest van het hof, waar Coty in het ongelijk werd gesteld. De advocaat-generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten van Coty over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Coty is als in cassatie in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Easycosmetic had een kostenveroordeling gevorderd op basis van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en de Hoge Raad heeft deze kosten, die zijn begroot op € 845,-- aan verschotten en € 22.744,-- voor salaris, als redelijk en evenredig beschouwd. De Hoge Raad heeft Coty veroordeeld tot betaling van deze kosten, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak aan deze verplichting is voldaan.