Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
14 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 12 februari 2021. De verdachte, geboren in 1976, werd samen met haar zus aangehouden op Schiphol met meer dan € 100.000 verstopt in hun ondergoed. De zaak betreft het medeplegen van witwassen van een geldbedrag van € 300.000, zoals omschreven in artikel 420bis.1.b van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft zich gebogen over verschillende cassatiemiddelen die door de verdachte zijn ingediend, waaronder de vraag of het hof heeft beraadslaagd op basis van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg, aangezien het proces-verbaal van die zitting niet in het dossier aanwezig was. Daarnaast werd er een verzoek afgewezen om nader onderzoek te doen in Marokko naar de herkomst van het aangetroffen geld, en werd het verweer dat het geld een legale herkomst had, niet gehonoreerd. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.