ECLI:NL:HR:2023:195

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
21/02666
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over dwangsommen en schorsing van verjaring in executiegeschil

In deze zaak, ECLI:NL:HR:2023:195, heeft de Hoge Raad op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen EOX INTERNATIONAL B.V. en COOL CLEANING LICENCY B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als eOx c.s.) en de Belgische vennootschap ATSSE. De zaak betreft een executiegeschil met betrekking tot dwangsommen en de schorsing van de verjaring daarvan. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Den Haag en het gerechtshof Den Haag, waaruit blijkt dat eOx c.s. in beroep zijn gegaan tegen een arrest van het hof. De advocaat van eOx c.s. is V. Rorsch, terwijl ATSSE wordt vertegenwoordigd door advocaat A.H. Vermeulen.

De Hoge Raad heeft de klachten van eOx c.s. over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van eOx c.s. verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/02666
Datum10 februari 2023
ARREST
In de zaak van
1. EOX INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Den Haag,
2. COOL CLEANING LICENCY B.V.,
gevestigd te Budel,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: eOx c.s.,
advocaat: V. Rorsch,
tegen
BVBA [eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] , België,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ATSSE,
advocaat: A.H. Vermeulen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/554338 / KG ZA 18-570 van de rechtbank Den Haag van 28 augustus 2018;
b. het arrest in de zaak 200.246.932/01 van het gerechtshof Den Haag van 4 mei 2021.
eOx c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
ATSSE heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt eOx c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ATSSE begroot op € 845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
10 februari 2023.