Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
10 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een echtscheiding en de daarbij behorende partneralimentatie. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De man, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De advocaat van de vrouw was K. Aantjes, terwijl J. den Hoed de man vertegenwoordigde.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam, waarin de feiten van de zaak zijn behandeld. De vrouw heeft in cassatie klachten ingediend over de beschikking van het hof, maar de Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld en geconcludeerd dat zij niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, aangezien de klachten niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep van de vrouw verworpen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock, die ook deel uitmaakte van de uitspraak samen met de raadsheren C.E. du Perron en C.H. Sieburgh.