ECLI:NL:HR:2023:194

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
22/01687
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over partneralimentatie in echtscheidingszaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een echtscheiding en de daarbij behorende partneralimentatie. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De man, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De advocaat van de vrouw was K. Aantjes, terwijl J. den Hoed de man vertegenwoordigde.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam, waarin de feiten van de zaak zijn behandeld. De vrouw heeft in cassatie klachten ingediend over de beschikking van het hof, maar de Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld en geconcludeerd dat zij niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, aangezien de klachten niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep van de vrouw verworpen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock, die ook deel uitmaakte van de uitspraak samen met de raadsheren C.E. du Perron en C.H. Sieburgh.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/01687
Datum10 februari 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de vrouw,
advocaat: K. Aantjes,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de man,
advocaat: J. den Hoed.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaken C/13/659654 / FA RK 18-8380, C/13/680124/ FA RK 20-885, C/13/680221 / FA RK 20-929 en C/13/680124 / FA RK 20-885 van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2020 en 12 augustus 2020;
b. de beschikking in de zaken 200.280.151/01, 200.280.151/02, 200.280.595/01, 200.280.597/01 en 200.285.711/01 van het gerechtshof Amsterdam van 8 februari 2022.
De vrouw heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
10 februari 2023.