Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
22 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Solidiam N.V., Cleremo B.V. en een holding B.V. als eiseressen en de gezamenlijke erfgenamen van een erflater als verweerders. De zaak betreft de vernietiging van hypotheekrechten die Solidiam aan Cleremo en de holding had verleend. De rechtbank Amsterdam had eerder geoordeeld dat deze hypotheekrechten nietig waren op grond van artikel 3:45 BW, omdat de overeenkomsten die aan deze rechten ten grondslag lagen, door de erflater waren vernietigd wegens benadeling van schuldeisers. Het gerechtshof Amsterdam verklaarde Solidiam c.s. in hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat zij de verklaring van nietigheid niet tijdig hadden ingeschreven in het rechtsmiddelenregister, zoals vereist door artikel 3:29 BW.
De Hoge Raad oordeelde echter dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de verklaring van de rechtbank dat de hypotheekrechten nietig waren, gelijkgesteld kon worden aan een verklaring van waardeloosheid in de zin van artikel 3:29 BW. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en wees de zaak terug voor verdere behandeling. Tevens werden de erven van de erflater veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt het belang van de juiste toepassing van de regels omtrent de inschrijving van rechtsmiddelen en de gevolgen daarvan voor de rechtspositie van partijen.