ECLI:NL:HR:2023:1794

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
22/03661
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak over naheffingsaanslagen speelvergunningsrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [X] N.V. (hierna: belanghebbende) tegen het Bestuurscollege van het Openbaar Lichaam Bonaire. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gedateerd 29 oktober 2021. Deze uitspraak was het resultaat van een hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, waarin naheffingsaanslagen speelvergunningsrecht waren opgelegd over de periode van het eerste kwartaal van 2013 tot en met het eerste kwartaal van 2017.

Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.T. Snijders, heeft de klachten over de uitspraak van het Hof ingediend. Het bestuurscollege, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend, waarna belanghebbende een conclusie van repliek en het College een conclusie van dupliek heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de ingediende klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, aangezien de klachten niet relevant waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is openbaar uitgesproken op 22 december 2023.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/03661
Datum22 december 2023
ARREST
in de zaak van
[X] N.V. (hierna: belanghebbende)
tegen
het BESTUURSCOLLEGE VAN HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 29 oktober 2021, nrs. BON2019H00122 en BON2019H00130 tot en met BON2019H00135 [1] , op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (nrs. BON201800570, BON201800571, BON201900241 tot en met BON201900245) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslagen speelvergunningsrecht over het eerste kwartaal van 2013 tot en met het eerste kwartaal van 2017.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.T. Snijders, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
Het bestuurscollege van het openbaar lichaam Bonaire (hierna: het College), vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2023.