ECLI:NL:HR:2023:1794
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak over naheffingsaanslagen speelvergunningsrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [X] N.V. (hierna: belanghebbende) tegen het Bestuurscollege van het Openbaar Lichaam Bonaire. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gedateerd 29 oktober 2021. Deze uitspraak was het resultaat van een hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, waarin naheffingsaanslagen speelvergunningsrecht waren opgelegd over de periode van het eerste kwartaal van 2013 tot en met het eerste kwartaal van 2017.
Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.T. Snijders, heeft de klachten over de uitspraak van het Hof ingediend. Het bestuurscollege, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend, waarna belanghebbende een conclusie van repliek en het College een conclusie van dupliek heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de ingediende klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, aangezien de klachten niet relevant waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is openbaar uitgesproken op 22 december 2023.