ECLI:NL:HR:2023:1787
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak over naheffingsaanslagen speelvergunningsrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [X] B.V. tegen het Bestuurscollege van het Openbaar Lichaam Bonaire. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, die op 28 april 2022 was gedaan. De uitspraak van het Hof had betrekking op de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslagen speelvergunningsrecht over de periode van het derde kwartaal van 2017 tot en met het vierde kwartaal van 2019.
Belanghebbende, vertegenwoordigd door J.P. Ruiter, heeft de klachten over de uitspraak van het Hof ingediend. Het bestuurscollege, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. Na de indiening van een conclusie van repliek door belanghebbende en een conclusie van dupliek door het College, heeft de Hoge Raad de klachten beoordeeld. De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.