ECLI:NL:HR:2023:1716

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
22/04837
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van bemiddelaar bij niet geleverde goederen en rol in risicovolle investering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij [eiser], wonende te [woonplaats], Zwitserland, in cassatie is gegaan tegen Digitek Computer Products B.V., gevestigd te Haarlem. De zaak betreft de aansprakelijkheid van een bemiddelaar in een koopovereenkomst, waarbij de goederen niet zijn geleverd vanwege het niet ontvangen van de koopsom. De bemiddelaar had een rol gespeeld bij de aanwending van het bedrag van de koopsom voor een risicovolle investering in een vastgoedproject van een vennootschap waarvan hij aandeelhouder en bestuurder was. De centrale vraag was of de gewone norm voor onrechtmatige daad of de norm voor bestuurdersaansprakelijkheid van toepassing was.

De Hoge Raad heeft de klachten van [eiser] over het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel was gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Digitek op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04837
Datum8 december 2023
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats], Zwitserland,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaten: D.M. de Knijff en M.S. van der Keur,
tegen
DIGITEK COMPUTER PRODUCTS B.V.,
gevestigd te Haarlem,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Digitek,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/03/244119 / HA ZA 17-650 van de rechtbank Limburg van 21 februari 2018 en 22 januari 2020;
b. het arrest in de zaak 200.278.193/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 27 september 2022.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen Digitek is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van [eiser] hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Digitek begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
8 december 2023.