ECLI:NL:HR:2023:1706
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens overschrijding van de termijn
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 december 2023 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van belanghebbende, aangeduid als [X], tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 april 2023. Het Gerechtshof had eerder een beslissing genomen in een belastingkwestie, maar belanghebbende heeft zijn beroep in cassatie niet tijdig ingediend. De griffier van het Hof heeft op 12 april 2023 een afschrift van de uitspraak naar de partijen verzonden, en de termijn voor het indienen van het beroepschrift in cassatie eindigde op 24 mei 2023. Het beroepschrift is echter pas op 5 juni 2023 ontvangen door de Hoge Raad, wat betekent dat het niet binnen de wettelijke termijn van zes weken is ingediend.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende op 7 augustus 2023 in de gelegenheid is gesteld om te reageren op de overschrijding van de beroepstermijn, maar er is geen reactie ontvangen. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 8 december 2023. Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk.