ECLI:NL:HR:2023:1634

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
23/03061
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens gebrek aan gronden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 november 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V., vertegenwoordigd door E. Hofman, tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 juli 2023. Het beroep in cassatie was ingesteld tegen de uitspraken met nummers BK-ARN 22/01832 tot en met 22/01837. De Hoge Raad heeft beoordeeld of het beroep ontvankelijk was. Het beroepschrift dat via het webportaal van de Hoge Raad was ingediend, voldeed niet aan de vereisten van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het geen gronden van het beroep bevatte. De griffier van de Hoge Raad heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen binnen een termijn van zes weken, die eindigde op 26 september 2023. Echter, een brief die na deze termijn bij de Hoge Raad is ingediend, werd buiten beschouwing gelaten. De Hoge Raad heeft daarom, met toepassing van artikel 6:6 Awb, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer23/03061
Datum24 november 2023
ARREST
op het door [X] B.V. (hierna: belanghebbende), vertegenwoordigd door E. Hofman, ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 juli 2023, nrs. BK-ARN 22/01832 tot en met 22/01837 [1] .

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het via het webportaal van de Hoge Raad ontvangen beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 15 augustus 2023 in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na dagtekening van deze brief te herstellen. Die termijn eindigde op 26 september 2023. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie. Op 4 oktober 2023 is een brief bij de Hoge Raad binnengekomen. Aangezien dit geschrift bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, laat de Hoge Raad dit stuk buiten beschouwing.
Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2023.