Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
3 november 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag. De verzoekster, aangeduid als de moeder, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De moeder was vertegenwoordigd door haar advocaat H.J.W. Alt. De Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, was de verweerder in deze procedure en heeft geen verweerschrift ingediend. De zaak betreft een verzoek tot beëindiging van het ouderlijk gezag, waarbij ook een deskundigenonderzoek aan de orde is, zoals vermeld in artikel 810a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft de klachten van de moeder over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de moeder verworpen.