ECLI:NL:HR:2023:1505

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
23/01031
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging ouderlijk gezag en deskundigenonderzoek in het kader van personen- en familierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag. De verzoekster, aangeduid als de moeder, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De moeder was vertegenwoordigd door haar advocaat H.J.W. Alt. De Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, was de verweerder in deze procedure en heeft geen verweerschrift ingediend. De zaak betreft een verzoek tot beëindiging van het ouderlijk gezag, waarbij ook een deskundigenonderzoek aan de orde is, zoals vermeld in artikel 810a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft de klachten van de moeder over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de moeder verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/01031
Datum3 november 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[de moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING REGIO ZUIDWEST NEDERLAND, LOCATIE MIDDELBURG,
kantoorhoudende te Middelburg,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de raad,
niet verschenen,
Belanghebbenden
1. WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING,
2. [de pleegouders],
hierna: de GI en de pleegouders,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaak C/02/390235 / FA RK 21-4587 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 december 2021, 18 februari 2022 en 3 mei 2022;
b. de beschikking in de zaak 200.313.964/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 december 2022.
De moeder heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De raad, de GI en de pleegouders hebben geen verweerschriften ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de moeder heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
3 november 2023.