ECLI:NL:HR:2023:15

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
9 januari 2023
Zaaknummer
21/04002
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen beschikking rechtbank Amsterdam inzake beslag ex art. 94a.3 Sv

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 29 juni 2021. Het beroep is ingesteld door de klager, die werd bijgestaan door zijn advocaat Th.J. Kelder. De zaak betreft een klaagschrift over beslag op een geldbedrag, gelegd onder de klager in het kader van een verdenking van medeplegen van moord of doodslag. De Hoge Raad heeft zich in deze beschikking gebogen over verschillende juridische vragen, waaronder de ontvankelijkheid van het cassatieberoep en de vraag of het ontbreken van een proces-verbaal van de uitspraak van de bestreden beschikking tot nietigheid leidt.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de klager over de uitspraak van de rechtbank niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. Dit oordeel is gegeven zonder dat de Hoge Raad verdere motivering behoeft te geven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen.

De beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en M. Kuijer, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De beslissing van de Hoge Raad is daarmee definitief en het beroep is verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/04002 B
Datum7 februari 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 29 juni 2021, nummer RK 21/003510, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft Th.J. Kelder, advocaat te 's‑Gravenhage, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
7 februari 2023.