Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
31 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het rijden onder invloed van MDMA, waarbij het bloedonderzoek niet aan de strikte waarborgen voldeed zoals voorgeschreven in de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onterecht had vastgesteld dat het voorschrift van artikel 13 lid 1, aanhef en onder d (oud), van het Besluit geen strikte waarborg is. Dit voorschrift vereist dat het bloedmonster zo spoedig mogelijk naar een laboratorium wordt verzonden, wat essentieel is voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie en concludeerde dat de waarborgen die de wetgever heeft ingesteld, nageleefd moeten worden om de betrouwbaarheid van de resultaten te waarborgen. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag voor herbehandeling.