ECLI:NL:HR:2023:144

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 februari 2023
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
21/04455
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid en onrechtmatige benadeling van schuldeisers door selectieve betaling en verkoop van activa

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 21/04455. De eisers, bestaande uit meerdere natuurlijke personen en rechtspersonen, hebben cassatie ingesteld tegen een aantal arresten van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft bestuurdersaansprakelijkheid in het kader van een onbetaald gebleven huurvordering. De eisers stellen dat er sprake is van onrechtmatige benadeling van schuldeisers door selectieve betalingen en de verkoop van activa voor een symbolische prijs. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers over de arresten van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het incidentele beroep van de verweerster, dat afhankelijk was van de uitkomst van het principale beroep, behoeft geen verdere behandeling. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op € 7.015,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/04455
Datum3 februari 2023
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3],
wonende te [woonplaats],
4. [eiseres 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
5. [eiseres 5] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
6. [eiseres 6] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
7. AMPOWERMENT B.V.,
gevestigd te Veldhoven,
8. SYNERGY CREATION B.V.,
gevestigd te Veldhoven,
EISERS tot cassatie, verweerders in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: L.V. van Gardingen, aanvankelijk ook A.E.H. van der Voort Maarschalk,
tegen
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: [verweerster],
advocaten: M.S. van der Keur en D.M. de Knijff.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/01/271624 / HA ZA 13-880 van de rechtbank Oost-Brabant van 12 februari 2014 en 29 oktober 2014;
b. de arresten in de zaak 200.161.377/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 januari 2016, 9 augustus 2016, 5 maart 2019, 21 januari 2020 en 27 juli 2021,
[eisers] hebben tegen de arresten van het hof van 19 januari 2016, 5 maart 2019, 21 januari 2020 en 27 juli 2021 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerster] heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor [eisers] mede door J.H.G. Hordijk.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van deze arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van de arresten van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het principale beroep;
- veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 7.015,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
3 februari 2023.