Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
10 januari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam van 14 september 2022. Het beroep in cassatie is ingesteld door de opgeëiste persoon, een Oekraïense nationaliteit, die wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie, computervredebreuk, het wederrechtelijk overnemen van gegevens, witwassen en diefstal door middel van valse sleutels. De Verenigde Staten hebben een uitleveringsverzoek ingediend, waarbij de Hoge Raad moest beoordelen of er voldoende bewijs en een adequate uiteenzetting van de feiten was bijgevoegd, evenals de relevante wetsbepalingen die rechtsmacht toekennen voor feiten gepleegd buiten het grondgebied van de VS.
De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de rechtbank niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen, waarmee de uitlevering van de opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten kan doorgaan.