ECLI:NL:HR:2023:1351

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
22/00159
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verzoek tot houden van schouw in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 13 januari 2022. De verdachte, geboren in 1992, had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat N. van Schaik. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen met betrekking tot de beslissingen over de tenlastelegging en de strafoplegging in de zaak met parketnummer 10-263974-20. Het cassatiemiddel betrof het niet beslissen door het hof op een verzoek van de verdediging tot het houden van een schouw tijdens de terechtzitting in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat dit cassatiemiddel slaagde, met verwijzing naar een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2023:1341) waarin de redenen voor deze beslissing zijn uiteengezet. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar uitsluitend voor de beslissingen over de tenlastelegging en de strafoplegging, en heeft de zaak teruggeworpen naar het gerechtshof Den Haag voor herbehandeling. De overige cassatiemiddelen werden niet besproken, aangezien de beslissing op het eerste middel voldoende was om tot vernietiging over te gaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/00159
Datum3 oktober 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 13 januari 2022, nummer 22-000936-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft N. van Schaik, advocaat te Utrecht, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 1 en 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-263974-20 en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof niet heeft beslist op een verzoek dat de verdediging op de terechtzitting in hoger beroep heeft gedaan tot het houden van een schouw.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 22/00157, ECLI:NL:HR:2023:1341.

3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het tweede en het derde cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 1 en 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 10-263974-20 en de strafoplegging;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 oktober 2023.