ECLI:NL:HR:2023:1318
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Rechtbank Noord-Holland niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 september 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] C.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 20 juni 2022, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 6 januari 2022 werd behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Rechtbank niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van de mogelijkheid die artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie biedt. Dit betekent dat de Hoge Raad geen verdere motivering heeft gegeven voor deze beslissing. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en waarnemend griffier F. Treuren.