Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
3 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 december 2021. De verdachte, geboren in 1975, was betrokken bij een groot aantal strafbare feiten, waaronder het medeplegen van hennepteelt, diefstal door verbreking van elektriciteit, en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De verdachte had een gevangenisstraf van 16 maanden opgelegd gekregen, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. De Hoge Raad beoordeelde de cassatiemiddelen die door de advocaat J.W. Heemskerk waren ingediend. De advocaat-generaal B.F. Keulen had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad was van mening dat het niet nodig was om te motiveren waarom het tot dit oordeel was gekomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk werd het beroep verworpen.