[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1975,
wonende te [adres 1] .
De rechtbank heeft bij vonnis waarvan beroep alle onder 1 tot met 6 tenlastegelegde feiten bewezenverklaard en deze gekwalificeerd als:
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van dat middel (feit 1 primair);
- medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van dat middel (feit 2);
- diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking (feit 3);
- in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van dat middel (feit 4);
- handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd, en handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot munitie van categorie III (feit 5);
- witwassen (feit 6).
De verdachte is daarvoor veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest. Aan het voorwaardelijke strafdeel heeft de rechtbank bijzondere voorwaarden verbonden. Voorts heeft de rechtbank de op de beslaglijst onder 6 tot en met 10 genoemde inbeslaggenomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer en de onder 11 en 12 genoemde voorwerpen verbeurdverklaard. Ten slotte heeft de rechtbank het jegens de verdachte verleende geschorste bevel tot voorlopige hechtenis bij vonnis opgeheven.
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met uitzondering van de opgelegde straf en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw van de verdachte heeft:
- ten aanzien van de onder 1 tot en met 3 tenlastegelegde feiten aangevoerd dat enkel bewezen kan worden verklaard dat de verdachte medeplichtig is geweest aan deze feiten;
- zich op het standpunt gesteld dat de onder 4 en 5 tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden verklaard;
- zich op het standpunt gesteld dat het onder 6 tenlastegelegde feit bewezen kan worden verklaard, doch uitsluitend voor zover dit ziet op witgewassen geldbedragen van € 1.650 (zijnde verdiensten uit de hennephandel) en € 56.000 (zijnde niet opgegeven inkomsten uit werkzaamheden bij de Belastingdienst);
- een strafmaatverweer gevoerd, in die zin dat is verzocht om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2015 tot en met 22 september 2015 te Mierlo, gemeente Geldrop-Mierlo, en/of Helmond en/of een of meerdere (andere) plaatsen in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1)
1. subsidiair
een of meer onbekend gebleven personen op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2015 tot en met 22 september 2015 te Mierlo, gemeente Geldrop-Mierlo en/of Helmond en/of een of meerdere (andere) plaatsen in Nederland, met elkaar, althans één van hen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2015 tot en met 22 september 2015 te Mierlo, gemeente Geldrop-Mierlo en/of Helmond en/of een meerdere (andere) plaatsen in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door:
- aan die onbekend gebleven persoon/personen (een) pand(en) voor het knippen van hennepplanten ter beschikking te stellen en/of
- een of meerdere knipster(s)/knipper(s) van de hennep te regelen en/of afspraken te maken voor het knippen van hennep en/of
- een of meerdere knipster(s)/knipper(s) van en/of naar de locatie waar de hennep is opgeslagen te vervoeren en/of
- de (geknipte) hennep te vervoeren; (zaakdossier 1)
1. meer subsidiair
hij op of omstreeks 1 mei 2015 te Helmond en/of Aarle-Rixtel, gemeente Laarbeek, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 49,41 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaaksdossier 1)
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 6 mei 2015 te Helmond tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, al dan niet in de uitoefening van beroep of bedrijf, heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 1] ) een hoeveelheid van (in totaal)
262hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 6 mei 2015 te Helmond tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders, waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of de weg te nemen elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of door middel van een valse sleutel (door de zegel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of vervolgens een elektriciteitsaansluiting buiten deze meter om te maken); (zaaksdossier 10)
4.
hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2015 tot en met 18 mei 2015 te Grashoek, gemeente Peel en Maas, en/of Eindhoven, althans in Nederland, opzettelijk, al dan niet in de uitoefening van beroep of bedrijf, heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 500 hennepstekken, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaaksdossier 3)
5.
hij op of omstreeks 22 september 2015 te Helmond een of meer wapens van categorie III, te weten een vuurwapen (merk: Smith & Wesson, type: Beretta, model: 60, kaliber: 38) en/of twee patroonmagazijnen en/of van munitie van categorie III, te weten ongeveer 235 patronen, voorhanden heeft gehad; (zaaksdossier 5)
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 22 september 2015, te Helmond en/of een of meerdere (andere) plaats(en) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten:
een of meer hoeveelheid/hoeveelheden (contant) geld en/of
(een) hoeveelheid/hoeveelheden (contant) geld ten behoeve van de aanschaf van en/of de betaling van en/of de storting(en) van:
- een of meer geldbedrag(en) (van in totaal € 102.420) op bankrekening [rekeningnummer 1] ten name van [verdachte] en/of
- de kosten van levensonderhoud en/of brandstofkosten en/of
- een horloge, merk: Rolex en/of
- een personenauto te weten: een BMW 535D (kenteken [kenteken 1] ) en/of
- een of meer vakantierei(s)/(zen) en/of uitstapje(s), althans enig(e) voorwerp(en),
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/omgezet, althans van dat/die (een) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt en/of de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Mededeling ad informandum gevoegde strafbare feit
Parketnummer en feitgegevens (pleegperiode, -locatie, -plaats, -gemeente, omschrijving feit):
1. september 2015, Helmond, gemeente Helmond
Het voorhanden hebben van een stroomstootwapen.
In de tenlastelegging staat onder feit 2 als gevolg van een kennelijke schrijffout vermeld ‘226 hennepplanten’. Het hof begrijpt, gelet op hetgeen door de advocaat-generaal is aangevoerd en bezien tegen de achtergrond van de inhoud van het strafdossier, dat hiermee wordt bedoeld ‘262 hennepplanten’. Het hof leest de tenlastelegging op dit punt verbeterd. De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn eveneens verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2015 tot en met 22 september 2015 te Mierlo en Helmond, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk heeft bewerkt een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van 1 april 2015 tot en met 6 mei 2015 te Helmond, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft geteeld (in een pand aan [adres 1] ) in totaal
262hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
hij in de periode van 1 april 2015 tot en met 6 mei 2015 te Helmond, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit toebehorende aan [benadeelde] , waarbij hij, verdachte, en zijn mededader de weg te nemen elektriciteit onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking (door de zegel van de elektriciteitsmeter te verbreken en vervolgens een elektriciteitsaansluiting buiten deze meter om te maken);
4.
hij in de periode van 10 mei 2015 tot en met 18 mei 2015 te Grashoek, gemeente Peel en Maas, en Eindhoven opzettelijk in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd 500 hennepstekken, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
hij op 22 september 2015 te Helmond wapens van categorie III, te weten een vuurwapen (merk: Smith & Wesson, type: Beretta, model: 60, kaliber: 38) en twee patroonmagazijnen en munitie van categorie III, te weten ongeveer 235 patronen, voorhanden heeft gehad;
6.
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 22 september 2015 in Nederland telkens voorwerpen, te weten hoeveelheden contant geld en/of hoeveelheden contant geld ten behoeve van de aanschaf en/of de betaling en/of stortingen van:
- geldbedragen van in totaal € 102.420 op bankrekening [rekeningnummer 1] ten name van [verdachte] en
- de kosten van levensonderhoud en brandstofkosten en
- een horloge, merk: Rolex en
- een personenauto te weten: een BMW 535D (kenteken [kenteken 1] )
voorhanden heeft gehad en/of heeft omgezet, terwijl hij telkens wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2015, zaaksdossier 1, pagina’s 31 170 tot en met 31 171, voor zover inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op vrijdag 1 mei 2015 omstreeks 15.20 uur kregen wij van het operationeel centrum een melding om assistentie te verlenen aan collega's.
Door collega's was gezien dat er vermoedelijk softdrugs in een voertuig was ingeladen. Collega's gaven door dat het voertuig een Volkswagen Transporter betrof, wit van kleur, met kenteken [kenteken 2] .
Wij hoorden dat het voertuig voor het laatst was gezien op de Havenweg te Aarle-Rixtel. Wij reden het aldaar gelegen woonwagenkamp op.
Wij zagen op dat moment dat er een witte Volkswagen Transporter ons tegemoet kwam gereden. Wij zagen dat het voertuig voldeed aan het voertuig wat eerder was doorgeven. Hierop heb ik [verbalisant 1] , het voertuig een stopteken gegeven.
Ik, [verbalisant 1] , zag dat er 1 man in het voertuig zat. Wij zijn naar het portier gelopen en verzochten de bestuurder het portier te doen openen. Tijdens het openen van het portier van de Volkswagen Transporter kwam er een bekende geur naar buiten. Ik, [verbalisant 1] , sprak de bestuurder aan dat wij een bekende geur herkenden als hennep.
Ik, [verbalisant 1] , vroeg aan de verdachte, naar later bleek [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte] ) [verdachte] , of hij de achterklep wilde openen van zijn voertuig. Wij zagen de bestuurder uitstappen en in de richting van de achterklep lopen van de Volkswagen Transporter. Wij zagen toen de achterklep geopend was acht zwarte zakken in de bus liggen. Tijdens het openen van de achterklep was de geur van hennep duidelijk te herkennen. De acht zakken zijn tevens herkenbaar, gezien deze vaak gebruikt worden voor het transport van henneptoppen. Ons is het bekend dat er strijkzakken worden gebruik voor het vervoer van hennep. Hierop heb ik, [verbalisant 1] , de bestuurder als verdachte aangemerkt en hem de cautie gegeven en aangehouden.
2.
Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 1 mei 2015, zaaksdossier 1, pagina’s 31 176 tot en met 31 177, voor zover inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
(pagina 176)
Op 1 mei 2015 omstreeks 15.37 uur hielden wij op de Havenweg te Aarle-Rixtel, gemeente Laarbeek, als verdachte aan: [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1975 te [geboorteplaats 1] .
Grond aanhouding: Op heterdaad als verdachte van overtreding van artikel 11 lid 2 en lid 5 Opiumwet, artikel 3 onder C Opiumwet en artikel 11b lid 1 Opiumwet.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2015, zaaksdossier 1, pagina’s 31 172 tot en met 31 174, voor zover inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
(pagina 173)
Op vrijdag 1 mei 2015 omstreeks 16.00 uur heb ik, [verbalisant 4] , op verzoek van collega [verbalisant 1] een bestelbus van het merk Volkswagen, type Transporter, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] overgebracht naar het politiebureau te Helmond.
In de hierboven beschreven bestelbus lagen een aantal plastic zakken waar vermoedelijk hennep in zat.
Ik had dit vernomen van verbalisant [verbalisant 1] die een controle heeft uitgevoerd in de betreffende bestelbus.
De bestelbus werd aangetroffen op het woonwagenkamp gevestigd op de Havenweg te Aarle-Rixtel.
Hierop hebben wij de laadruimte aan de achterzijde geopend. Wij zagen in die ruimte een aantal zwartkleurige, gesealde plastic zakken liggen.
Wij zagen dat het acht zwartkleurige plastic zakken betroffen.
Wij zagen dat 1 van de zakken aan de bovenzijde deels was geopend. Door de opening zagen wij dat zich in die betreffende zak henneptoppen bevonden. Wij roken vanuit
(pagina 174)deze zak een sterke henneplucht.
De 8 zakken en de Volkswagen Transporter werden door ons inbeslaggenomen.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2015, zaaksdossier 1, pagina’s 31 189 tot en met 31 191, voor zover inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] :
(pagina 189)
Op 4 mei 2015 waren wij belast met het testen van vermoedelijk verdovende middelen.
Op 4 mei 2015 overhandigde opsporingsambtenaar [verbalisant 8] aan mij, [verbalisant 6] , de op vrijdag 1 mei 2015 in beslag genomen acht zwarte plastic zakken met inhoud voor nader onderzoek.
Wij zagen dat de overhandigde goederen in totaal acht zwarte kunststof zakken, zogenaamde strijkzakken, betroffen.
Wij zagen dat twee strijkzakken open waren. Wij zagen dat de inhoud van beide strijkzakken qua kleur, vorm en structuur overeenkwam en dat dit groene bloemtoppen waren van de vrouwelijke hennepplant met de kenmerkende geur van hennep, zijnde een stof welke vermeld staat op lijst II van de Opiumwet. Wij zagen en voelden condens aan de binnenzijde van de strijkzak. Hierdoor wisten wij dat het natte/vochtige bloemtoppen van de vrouwelijke hennepplant betroffen.
(pagina 190)
Ik, [verbalisant 6] , opende de overige afgesloten strijkzakken en zag dat ook de inhoud van deze strijkzakken qua kleur, vorm en structuur overeenkwam met de inhoud van de overige twee strijkzakken. Ik rook dat de geur van de inhoud van de acht strijkzakken gelijk was aan elkaar.
Wij hebben de strijkzakken vervolgens een voor een gewogen. Het totaal brutogewicht van de acht strijkzakken is: 50,715 kg.
Wij zagen dat het gewicht van een lege strijkzak 0,163 kg was.
Het totaal nettogewicht van de 8 strijkzakken is 49,411 kg.
Door mij, [verbalisant 6] , werd vervolgens een representatief monster genomen van strijkzakken 1, 4 en 8. Bij de gehouden indicatieve narcoticatest (MMC kleur-reactietest) bleek dat deze stoffen positief reageerden op de aanwezigheid van hennep.
5.
Het proces-verbaal onderzoek loods [adres 2] d.d. 23 september 2015, zaaksdossier 1, pagina’s 31 330 tot en met 31 332, voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 9] :
(pagina 330)
Op dinsdag 22 september 2015 nam ik deel aan een doorzoeking in een loods welke was gevestigd op het adres [adres 2] .
Met behulp van een sleutel die door verdachte [medeverdachte 1] was aangewezen als zijnde de sleutels van de door hem gehuurde loodsen van [adres 2] , kon de loopdeur van de roldeur van [adres 2] geopend worden.
Hennepknipruimte
Via een trap kon een niet afgesloten ruimte worden betreden welke bovenin de loods was gemaakt. Ik zag dat deze ruimte was ingericht als een ruimte waarin hennep wordt geknipt. Ik zag dit onder meer aan de apparatuur en materialen welke in deze ruimte lagen. De vloer was dichtgelegd met stroken zeil en de naden waren dichtgemaakt met tape. In deze ruimte stonden 11 stoelen en een tafel tegen de wand. Ik zag dat op deze tafel een weegschaal was geplaatst. Ik zag dat tegen de wand een opbergrek stond met daarop koeken, koffie, plastic bekers, dozen met plastic handschoenen en een tas met knipschaartjes. Verder stond in deze ruimte een koelkast, gevuld met diverse soorten frisdrank. In deze ruimte lagen diverse zwarte strijkzakken en een strijkijzer. In deze ruimte stond verder een zogenaamde cannacutter in een kartonnen doos. In de hoek van de knipruimte stond een blauwe ton welke gevuld was met hennepbladeren. Ik zag dat er ook een koolstoffilter en een ventilatorbox waren geplaatst. Proefondervindelijk bleek mij dat deze ventilator de lucht uit de hennepknipruimte door de koolstoffilter aanzoog. Deze lucht werd door het dak afgevoerd.
In de loods beneden stonden ook nog 2 blauwe tonnen tussen de opslagen autobanden en een cannacutter.
Ik schraapte een groene substantie welke rook naar hennep van een willekeurig knipschaartje en dit werd getest middels de zogenoemde MMC International BV test voor hennep/cannabis.
(pagina 331)
Bij deze gehouden test bleek mij dat het genomen monster reageerde op de aanwezigheid van hennep/cannabis.
Ik schraapte een groene substantie welke rook naar hennep van een zogenoemde cannacutter en dit werd getest. Bij deze gehouden test bleek mij dat het genomen monster reageerde op de aanwezigheid van hennep/cannabis.
Ik nam een beetje van het groen/bruine plantenmateriaal dat werd aangetroffen op het muurtje in de knipruimte, welke rook naar hennep. Bij de gehouden test bleek dat het genomen monster reageerde op de aanwezigheid van hennep/cannabis.
6.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 september 2015, persoonsdossier, pagina’s 2 47 tot en met 2 49, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1] :
(pagina 49)
V: Gisteren gaf je aan dat je van [betrokkene 1] [adres 3] huurde. Huur je nog meer panden van hem?
A: Ja, [adres 2] . Ik heb daar een ruimte boven en deze ruimte heb ik gebruikt voor het knippen van hennepplanten.
7.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 september 2015, persoonsdossier, pagina’s 2 51 tot en met 2 54, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1] :
(pagina 52)
V: We willen je vragen over de datum 1 mei 2015 waarbij je broer [verdachte] is aangehouden in Aarle-Rixtel met een partij natte wiet van tussen de 40 en 50 kilo. Welke rol heb jij daarin gespeeld?
A: Ik heb zakken met wiet in de bus gegooid, de witte Volkswagen Transporter waarin hij is aangehouden.
V: Van wie was die wiet?
A: Dat weet ik niet. De afnemer heeft in contact gestaan met [verdachte] .
V: Die zakken kwamen uit jouw loods?
A: Ja dat klopt, die wiet was geknipt aan [adres 2] .
V: Is er nog een keer geknipt?
A: Ja dat klopt.
V: Heb je daar zelf ook mee geknipt?
A: Ja dat klopt.
8.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 september 2015, persoonsdossier, pagina’s 2 72 tot en met 2 74, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1] :
(pagina 73)
V: Hoe ging het knippen in zijn werk?
A: Ik sprak op een bepaalde locatie af met de mensen. Zij stapten in de witte bestelbus van onze [verdachte] , met een kenteken dat begint met [kenteken 2] . Ik sprak met hen op de hoek af bij mijn zaak [bedrijf 1] , gevestigd aan [adres 3] . Zij parkeerden hun auto’s op de parkeerplaats bij mijn zaak. Zij stapten in het busje dat klaar stond. Hierna reed ik naar de loods [adres 2] .
9.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 oktober 2015, persoonsdossier, pagina’s 2 76 tot en met 2 85, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1] :
(pagina 76)
A: Wij hebben aan [betrokkene 1] gevraagd of hij iets voor ons te huur had. Hij had wel wat voor ons (…) In Mierlo (…) op het adres [adres 4] .
V: vanaf wanneer maak je gebruik van deze loods?
A: dat zal begin april 2015 geweest zijn. (…) In Mierlo hebben we 3 of 4 keer geknipt.
(pagina 78)
V: Wie hebben er op 1 mei 2015 geknipt?
A: [medeverdachte 5] en da andere vrouwke.
(pagina 85)
V: Is er op 11 juni 2015 hennep geknipt in de loods aan [adres 2] ?
A: Ja.
V: Hoe vaak is er hennep geknipt in de loods aan [adres 2] ?
A: 3 of 4 keer.
10.
Een tapgesprek d.d. 9 juni 2015, zaaksdossier 1, pagina 31 211, voor zover inhoudende:
Datum: 9 juni 2015 te 21.51 uur
Sessienummer: 395
Beller: [telefoonnummer 1]
Naam: [medeverdachte 2]
Gebelde: [telefoonnummer 2]
T.n.v.: [verdachte]
[medeverdachte 2] : Met [medeverdachte 2]
: Hoi [medeverdachte 2]
(…)
[verdachte] : Hedde gij dun donderdag tijd?
[medeverdachte 2] : Dan maak ik toch tijd.
: Om.. eh…
[medeverdachte 2] : Zeg het maar.
: Om kwart voor zes
[medeverdachte 2] : Ja da’s goed.
11.
Een tapgesprek d.d. 11 juni 2015, zaaksdossier 1, pagina 31 212, voor zover inhoudende:
Datum: 11 juni 215 te 15.43 uur
Sessienummer: 420
Beller: [telefoonnummer 1]
Gebelde: [telefoonnummer 2]
T.n.v.: [verdachte]
wordt gebeld door NN-vrouw7753 (blijkt uit gesprek 426 dat ze [medeverdachte 2] heet).
NN-vrouw geeft aan dat 'jullie' [medeverdachte 1] geld zou komen brengen; 'naar ons [medeverdachte 3] '. [medeverdachte 3] moet weg, dus vraagt NN-vrouw of [verdachte] 'hem' ( [medeverdachte 1] ) kan bellen hoe laat dat hij komt. [verdachte] zegt 'Ow, je moet van [medeverdachte 1] nog van de dinge... (fon). NN-vrouw: Ja, ik moet nog beuren'. [verdachte] belt hem wel even op.
NN-vrouw had het nummer van [medeverdachte 1] niet, maar alleen van [verdachte] .
12.
Een tapgesprek d.d. 11 juni 2015, zaaksdossier 1, pagina 31 213, voor zover inhoudende:
Datum: 11 juni 2015 te 16.06 uur
Sessienummer: 426
Beller: [telefoonnummer 3]
T.n.v.: [medeverdachte 1]
Gebelde: [telefoonnummer 2]
T.n.v.: [verdachte]
wordt gebeld door [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] vroeg of [verdachte] gebeld had.
geeft aan dat [medeverdachte 2] hem belde om te vragen wanneer [medeverdachte 1] kwam. [medeverdachte 1] rijdt nu aan.
13.
Een tapgesprek d.d. 11 juni 2015, zaaksdossier 1, pagina 31 260, voor zover inhoudende:
Datum: 11 juni 2015 te 16.07 uur
Sessienummer: 427
Beller: [telefoonnummer 2]
T.n.v.: [verdachte]
Gebelde: [telefoonnummer 1]
Uitgaande sms
Inhoud sms: Hij is er zo.
14.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 oktober 2015, persoonsdossier, pagina’s 2 90 tot en met 2 107, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1] :
(pagina 101)
O: Wij hebben uit afgeluisterde telefoongesprekken, observatie door een observatieteam en door de camerabeelden gericht op jouw hal op [adres 2] ook het vermoeden gekregen dat er op donderdag 11 juni 2015 geknipt is. Wat kun je daar over verklaren. Om je te helpen is dat de keer geweest dat je [medeverdachte 4] gevraagd hebt om [medeverdachte 2] op [adres 6] op te pikken.
A: Ja toen hebben wij daar gewerkt zoals ik eerder ook al verklaard heb.
V: Met werken bedoel jij dan knippen?
A: Ja.
(pagina 102)
V: begrijp ik dat jij wil zeggen dat er op donderdag 11 juni 2015 hennep is geknipt in jouw hal van iemand anders?
A: Dat klopt.
V: Dus jij stelt jouw hal ter beschikking voor andere mensen om daar hun hennep te knippen.
A: Dat is een aantal keren gebeurd.
V: Maar begrijpen wij het dan goed dat jullie de knipsters regelen om dat spul van een ander te knippen?
A: Ja, daar komt het wel op neer.
(pagina 103)
V: Jij belde op 11 juni 2015 om 15.15 uur naar [medeverdachte 4] . Jij vroeg of ze zo naar Den Bosch ging en dat ze dan ook eerst langs hem kon komen, dan kon ze het meenemen. Het maakte [medeverdachte 4] niet uit. [medeverdachte 4] was tot vanavond een uur of acht weg, waarop hij zei dat ze het anders vanavond ook wel even kon doen. Vanavond had [medeverdachte 1] ook wel tijd. (…) Wij denken dat dit gaat over de betaling voor het knippen. Dit werd versterkt door het telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] op donderdag 11 juni 2015 om 15.34 uur. [medeverdachte 2] belt dan naar [verdachte] en vraagt wanneer [medeverdachte 1] geld komt brengen naar "Ons [medeverdachte 3] ". [medeverdachte 2] zegt onder andere ook nog dat ze nog moet beuren.
Kort daarna belde [verdachte] naar [medeverdachte 1] om te zeggen dat [medeverdachte 2] hem gebeld had met de vraag wanneer hij kwam. [medeverdachte 1] zei daarop dat hij nu aan reed. Waar ging dit over?
A: Over een betaling.
V: Betaling waarvoor?
A: Betaling voor het hennep knippen.
(pagina 105)
V: Op de beelden was te zien dat op 15 juli 2015 om 5.58 uur een blauwe Twingo bij jouw bedrijf kwam. Wie as dat?
A: Volgens mij was dat [medeverdachte 5] .
V: Wie hebben die dat nog meer geknipt?
A: Dat durf ik niet te zeggen. Ik bedoel daarmee dat ik dat niet meer weet.
V: Herinner jij je dat er die dag geknipt is in de hal bij jou?
A: Ja.
15.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 oktober 2015, persoonsdossier, pagina’s 2 311 tot en met 2 313, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] (de verdachte [verdachte] ):
(pagina 312)
V: Is er vaker geknipt aan [adres 2] ?
A: Ja daar is vaker geknipt.
16.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 oktober 2015, persoonsdossier, pagina’s 2 324 tot en met 2 326, voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] (de verdachte):
(pagina 324)
V: Hoe vaak is er hennep geknipt in de boven ruimte van de loods aan [adres 2] ?
(pagina 325)
A: Ik denk 2 à 3 keer.
V:. (…)
A: Ik ben wel eens benaderd of er bij ons geknipt kon worden.
V: Jij bent op 1 mei 2015 aangehouden met 50 kilogram natte hennep. (…) Wie regelde de knippers?
A: [medeverdachte 1] en ik regelden de knippers.
V: Hadden jullie een vaste groep knippers?
A: We hadden diverse contacten die we konden benaderen. Soms kon de één niet en de andere wel. Afhankelijk van de hoeveelheid wat er geknipt moest worden, werden er mensen geregeld.
V: Hoe kwamen de knippers bij de loods waar geknipt moest worden?
A: Volgens mij kwamen ze met eigen vervoer en parkeerden ze in de buurt van de loods. Dan gingen ze achterin de bus zitten en werd de bus vervolgens de loods ingereden.
V: Als de knippers kwamen moesten ze naar boven om de hennep te knippen?
A: Ja.
V: Op welke wijze werd de hennep bij jullie aangeleverd?
A: Meestal in die grote blauwe tonnen.
V: Hoeveel blauwe tonnen werden er geleverd als er geknipt moest worden?
A: Dat waren gemiddeld 3 à 4 tonnen natte hennep.
V: (…)
A: We hebben ook op andere locaties geknipt. Er is namelijk ook een paar keer hennep geknipt in een loods op [adres 4] .
V: Dus er is geknipt in de loods aan [adres 2] en in een loods aan [adres 4] . Over hoeveel knipmomenten hebben we het in totaal?
A: Het zou best kunnen dat het 5 à 6 keer is geweest.
(pagina’s 2 326)
O: De verdachte werd medegedeeld dat uit ons onderzoek bleek dat wij het vermoeden hebben dat er op 18 april, 1 mei, 11 juni, 29 juni en 15 juli geknipt is. Dat bleek uit telefoongesprekken, observaties en camerabeelden.
V: Wat zou jij hierover kunnen verklaren?
A: Dat zou wel kunnen kloppen.
O: Verdachte wordt een tapgesprek tussen hem en [medeverdachte 2] getoond d.d. 9 juni 2015, waarbij [verdachte] een tijd afspreekt met [medeverdachte 2] .
A: Dat gesprek ken ik.
17.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 oktober 2015, zaaksdossier 1, pagina’s 31 409 tot en met 31 412, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte 4] :
(pagina 410)
Ik heb mij over laten halen om hennep te knippen. Ik denk dat ik in juni van dit jaar voor het eerst ben gaan knippen. Rond die tijd kwam ik in contact met [medeverdachte 1] . Uiteindelijk kreeg ik een berichtje van een jongen of ik hennep wilde knippen. Ik zou daar 20 euro per uur voor krijgen.
(pagina 411)
Ik ben met een zwarte Opel Tigra naar het bedrijf [bedrijf 1] in Helmond gereden. Dat is het bedrijf van [medeverdachte 1] . Vanaf dat bedrijf werden wij met zo’n vijf tot zes vrouwen in een bestelbus weggebracht. Ik weet dat wij korte tijd in de bus hebben gezeten alvorens wij op de plaats van knippen aankwamen. Wij werden een loods ingereden, waar wij uitstapten. Ik denk dat wij daar toen een uur of 7 geknipt hebben met zo’n 5 of 6 vrouwen voor 20 euro per uur per persoon. Ik weet nog dat ik die keer zelf geld bij [medeverdachte 1] ben gaan halen. Dat kwam omdat [medeverdachte 1] na het knippen niet voldoende contant geld bij zich had.
U vraagt mij of ik de tweede keer dat ik ben gaan knippen en dat ik met mijn eigen auto naar het bedrijf van [medeverdachte 1] ben gereden, iemand opgehaald heb. Dat klopt. Ik heb toen in [adres 6] een [medeverdachte 2] opgehaald. Wij zijn toen samen naar het bedrijf van [medeverdachte 1] gereden.
18.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 oktober 2015, zaaksdossier 1, pagina’s 31 432 tot en met 31 438, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte 5] :
(pagina 433)
Ik heb 2 keer hennep voor [medeverdachte 1] geknipt.
We kwamen bij het autobedrijf van [medeverdachte 1] aan, stappen in een busje en rijden een paar minuten.
(pagina 434)
V: Van wie was die bus?
A: Van [medeverdachte 1] of [verdachte] . Ze reden er allebei in.
19.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 oktober 2015, zaaksdossier 1, pagina’s 31 451 tot en met 31 458, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte 2] :
(pagina 452)
V: Klopt het dat het nummer [telefoonnummer 1] jouw telefoonnummer is, daar hebben we je namelijk op gebeld over de aanhouding. Jij nam op en gaf te kennen dat je [medeverdachte 2] heet.
A: Het nummer waar jullie mij op gebeld hebben, is mijn 06-nummer. Dat nummer heeft [verdachte] ook. Ik bedoel dan [verdachte] . Ik ken maar een [verdachte] .
(pagina 455)
V: Hoe kan het dat wij onderstaande bevindingen hebben gedaan?
10 juni 2015 te 15.51 uur, gesprek 5901 (getapte lijn van [medeverdachte 1] )
[medeverdachte 1] belt uit naar de gebruikster van het nummer [telefoonnummer 4] .
T = [medeverdachte 1]
N = NN-vrouw
T: Morgenvroeg, kunde gij dan een vrouwke ophalen om de hoek bij jou?
N: Ja
T: Da staat dan gewoon buiten...dan ken die gewoon bij jullie d'r inspringen. Anders moet ik op en neer komen rijden.
N: Ja da's goed, waar moet ik dan zijn.
T: Euh.. zeg maar waar mijn broer woont... kende gij [medeverdachte 3] of nie. Da blond meiske.
N: Nee.-
T: Nee....zij woont tegenover mijn broer in die flatjes, weete wel.
(pagina 456)
N: [adres 6] .
T: Ja [adres 6] ja... daar sta da vrouwke gewoon buiten.
N: Oh da's goed.... hoe laat.
T: Euh....die staat er zo rond kwart voor, tien voor zes, zeg maar.
N: Oh, da's goed.
T: Ja.
N: Ja is goed.
A: Ik ben een keer door [medeverdachte 4] opgehaald en toen samen met die [medeverdachte 4] naar het bedrijf van [medeverdachte 1] gereden. Bij [medeverdachte 1] ben ik toen met anderen in een dichte witte bestelbus gegaan. Het zullen er 4 of 5 zijn geweest. [medeverdachte 1] heeft ons toen ergens naartoe gebracht. Ik heb toen met die anderen wiet geknipt. Ik ben toen bij [medeverdachte 3] voor de deur opgehaald door [medeverdachte 4] .
V: Weet jij of [medeverdachte 5] ook hennep knipt voor [medeverdachte 1] of [verdachte] ?
A: Dat klopt, [medeverdachte 5] knipt ook hennep.
V: Heb jij altijd meteen geld gekregen voor het knippen?
A: Ja.
Ten aanzien van feiten 2 en 3
20.
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 6 mei 2015, zaaksdossier 2, pagina’s 32 17 tot en met 32 19, voor zover inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11] :
(pagina 17)
Op woensdag 6 mei 2015 omstreeks 10.00 uur stelden wij naar aanleiding van
o een proces-verbaal van DRR
o een rapport blok-/netmeting dat op verzoek van [inspecteur] , fraude-inspecteur, door [benadeelde] was uitgevoerd om te onderzoeken of er sprake was van een afwijkend belastingpatroon in het elektriciteitskabelnet waarop het hierna te noemen perceel is aangesloten, blokmeting positief op het adres,
een onderzoek in op het adres [adres 1] , vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet.
Op het genoemde adres staat volgens het GBA ingeschreven:
[medeverdachte 6] , geboren op [geboortedag 2] 1979 te [geboorteplaats 2] .
In voornoemde woning werd op woensdag 6 mei 2015, omstreeks 10.05 uur binnengetreden.
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Kweekruimte
Na het binnentreden zagen wij het volgende. De kweekruimte bevond zich op de zolder in een aparte ruimte. De zolder bevond zich op de tweede etage, bereikbaar middels een vaste trap.
(pagina 18)
In totaal stonden er 262 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 20 centimeter. Per m2 stonden er 8 planten. In totaal hingen er in de kweekruimte 24 assimilatielampen. In de kweekruimte bevonden zich 2 koolstoffilters. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
Vaststelling hennep
Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
Wij constateerden dit op grond van de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Stroomvoorziening
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [inspecteur] , fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder [benadeelde] , in aanwezigheid van ons, verbalisanten. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
21.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 mei 2015, zaaksdossier 2, pagina 32 35, voor zover inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 12] :
Op woensdag 6 mei 2015, omstreeks 10.00 uur, werd de woning op het adres [adres 1] betreden naar aanleiding van het vermoeden dat in deze woning een hennepkwekerij aanwezig was.
Op de zolder van deze woning werd een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met 262 planten. Deze hennepkwekerij werd van stroom voorzien middels een zogenaamd schakelpaneel met daarop aanwezig een groot aantal voorschakelapparaten. Een drietal van deze voorschakelapparaten werd vervolgens op de voorgeschreven wijze veiliggesteld en inbeslaggenomen. Deze voorschakelpanelen waren voorzien van een tweetal gedeelten, waarbij aan één van deze gedeelten kroonsteentjes waren bevestigd. In deze kroonsteentjes was stroomdraad aanwezig, bestaande uit een groot aantal dunne, losse, koperen draadjes, die aan het uiteinde samen waren gedraaid teneinde deze als één geheel in de kroonsteentjes te kunnen bevestigen.
Tevens werd een kroonsteentje veiliggesteld en inbeslaggenomen dat was bevestigd aan een in de hennepkwekerij aanwezig koolstoffilter. Ook in dit kroonsteentje was stroomdraad aanwezig bestaande uit dunne, losse, koperen stroomdraadjes die aan het uiteinde waren samengedraaid tot één geheel om zodoende in het kroonsteentje te kunnen worden bevestigd.
22.
Het aangifteformulier van [benadeelde] d.d. 27 oktober 2015, zaaksdossier 10, pagina’s 310 12 tot en met 310 36, voor zover inhoudende de verklaring van [aangever] namens [benadeelde] :
(pagina 12)
Namens [benadeelde] ben ik in dienstbetrekking als Medewerker Beheersen Netverlies, uit hoofde van mijn functie bevoegd om aangifte te doen van diefstal van energie door verbreking aan [adres 1] .
Op verzoek van politieambtenaar [verbalisant 12] van korps Eenheid Oost-Brabant is op 6 mei 2015 door fraude-inspecteur [inspecteur] van [benadeelde] een onderzoek ingesteld naar de meetinrichting in bovengenoemd perceel.
De fraude-inspecteur constateerde op 6 mei 2015 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie en trof het volgende aan:
Illegale aansluiting op bovenzijde zekeringhouders
Gevaar: elektrocutie, brand In de eigen installatie/woning en de directe omgeving
Het door onbevoegden uitvoeren van werkzaamheden in de aansluitkast Zevert tevens gevaar op kortsluiting. Kortsluiting in de aansluitkast vóór de hoofdzekering kan resulteren in een vlamboog, dit is een vlam van hoge temperatuur in de vorm van een boog, die zichzelf in stand houdt vanuit de installatie naar een ander punt en daardoor direct gevaar kan opleveren en tot brand in de woning kan leiden.
Deze wijze van illegale aftakking vereist dat er verderop aan het eind van de kabel (bijna altijd in de kwekerij) een voorziening gemaakt is die ervoor zorgt dat er niet meer stroom door de kabel kan dan waan/oor de kabel geschikt is.
(pagina 13)
Er is geconstateerd dat deze voorziening niet of in onvoldoende mate aanwezig is. Het risico is dat er overbelasting van de kabel ontstaat. Het gevolg van overbelasting is dat er een te hoge temperatuur ontstaat in de kabels, waardoor de kabels gaan smelten, waarmee het risico op brand toeneemt met name op verbindingen en montage op brandbaar materiaal.