ECLI:NL:HR:2023:1177

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
22/03528
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over proceskostenvergoeding in belastingzaak na intrekking beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die aan de erven van [A] waren opgelegd voor de jaren 2015 en 2016. De Staatssecretaris heeft het beroep in cassatie ingetrokken, waarna de belanghebbenden, vertegenwoordigd door A.J. Bokkers, de Hoge Raad hebben verzocht om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten die zijn gemaakt in verband met de behandeling van het beroep in cassatie.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de belanghebbenden recht hebben op een forfaitaire vergoeding van de proceskosten. De Staatssecretaris heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat hij akkoord gaat met deze vergoeding. De Hoge Raad heeft vervolgens de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op een bedrag van € 1.674 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de raadsheren van de Hoge Raad, met M.T. Boerlage als voorzitter.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/03528
Datum8 september 2023
ARREST
Gewezen op het hierna vermelde verzoek van de erven van [A], gewoond hebbende te [Z], (hierna: belanghebbenden).

1.Beroep in cassatie, intrekking en verzoek

De Staatssecretaris van Financiën (hierna: de Staatssecretaris), vertegenwoordigd door [P], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 augustus 2022, nrs. BK-ARN 21/00155 en BKARN 21/00156 [1] , betreffende de aan belanghebbenden over de jaren 2015 en 2016 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente. Na intrekking door de Staatssecretaris van het beroep in cassatie hebben belanghebbenden, vertegenwoordigd door A.J. Bokkers, de Hoge Raad verzocht de Staatssecretaris te veroordelen in de kosten in verband met de behandeling van het beroep in cassatie.

2.Beoordeling van het verzoek

In het verweerschrift heeft de Staatssecretaris laten weten dat belanghebbenden in aanmerking komen voor forfaitaire vergoeding van de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbenden, vastgesteld op € 1.674 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 september 2023.