ECLI:NL:HR:2023:1177
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over proceskostenvergoeding in belastingzaak na intrekking beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die aan de erven van [A] waren opgelegd voor de jaren 2015 en 2016. De Staatssecretaris heeft het beroep in cassatie ingetrokken, waarna de belanghebbenden, vertegenwoordigd door A.J. Bokkers, de Hoge Raad hebben verzocht om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten die zijn gemaakt in verband met de behandeling van het beroep in cassatie.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de belanghebbenden recht hebben op een forfaitaire vergoeding van de proceskosten. De Staatssecretaris heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat hij akkoord gaat met deze vergoeding. De Hoge Raad heeft vervolgens de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op een bedrag van € 1.674 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de raadsheren van de Hoge Raad, met M.T. Boerlage als voorzitter.