Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
1 september 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [verkoper] B.V. en [koper] LTD. De zaak betreft een koopovereenkomst waarin de vraag naar non-conformiteit aan de orde is. [verkoper] heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 7 juni 2022 is gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 21 december 2016 en 9 januari 2018, en het arrest van het hof. De advocaat-generaal W.L. Valk heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van [verkoper] schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van [verkoper] over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van [verkoper] verworpen en [verkoper] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [koper] zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.