ECLI:NL:HR:2023:1147

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 september 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
22/03316
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over non-conformiteit in koopovereenkomst en stelplicht en bewijslast

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [verkoper] B.V. en [koper] LTD. De zaak betreft een koopovereenkomst waarin de vraag naar non-conformiteit aan de orde is. [verkoper] heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 7 juni 2022 is gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 21 december 2016 en 9 januari 2018, en het arrest van het hof. De advocaat-generaal W.L. Valk heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van [verkoper] schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft de klachten van [verkoper] over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van [verkoper] verworpen en [verkoper] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [koper] zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03316
Datum1 september 2023
ARREST
In de zaak van
[verkoper] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [verkoper],
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
[koper] LTD.,
gevestigd te [vestigingsplaats], Israël,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [koper],
advocaat: M.J. van Basten Batenburg.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/13/615074 / HA ZA 16-921 van de rechtbank Amsterdam van 21 december 2016 en 9 januari 2018;
b. het arrest in de zaak 200.265.672/01 van het gerechtshof Amsterdam van 7 juni 2022.
[verkoper] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[koper] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verkoper] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [verkoper] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [koper] begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [verkoper] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
1 september 2023.