ECLI:NL:HR:2023:1100
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake belastingaanslagen en boetebeschikkingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende, vertegenwoordigd door S. Önemli, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 april 2021, waarin het Hof oordeelde over verschillende belastingaanslagen en boetebeschikkingen die aan belanghebbende waren opgelegd. De Hoge Raad heeft de klacht van belanghebbende beoordeeld, maar deze niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de klacht niet kon leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof, zonder verdere motivering, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht.
Daarnaast heeft de Hoge Raad vastgesteld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure, maar dit leidde niet tot een vergoeding voor immateriële schade, aangezien belanghebbende hier niet om had verzocht. Wat betreft de boetebeschikkingen die de Inspecteur had gegeven, heeft de Hoge Raad besloten om de boetes, die meer dan € 1.000 belopen, te verminderen met 5 procent, als gevolg van de overschrijding van de redelijke termijn. Voor de boetebeschikkingen die minder dan € 1.000 belopen, heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om gevolgen te verbinden aan de overschrijding van de redelijke termijn.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep in cassatie ongegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd voor zover deze betrekking had op de hoogte van de boetes, en deze boetes verminderd met 5 procent. De proceskosten werden niet toegewezen.