ECLI:NL:HR:2023:1099
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen in belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende, vertegenwoordigd door S. Önemli, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 april 2021, waarin het Hof oordeelde over verschillende belastingaanslagen en boetebeschikkingen die aan belanghebbende waren opgelegd over de jaren 2009 tot en met 2013. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze niet gegrond verklaard, waardoor de uitspraak van het Hof in stand bleef, behalve voor de boete die was opgelegd in verband met de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor 2013, die op 32 procent was vastgesteld. De Hoge Raad oordeelde dat deze boete op een kennelijke misslag berustte, aangezien de Inspecteur geen boete had opgelegd bij die aanslag.
Daarnaast heeft de Hoge Raad vastgesteld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure, maar dit leidde niet tot een vergoeding voor immateriële schade, omdat belanghebbende hier niet om had verzocht. Voor de boetes die waren opgelegd bij de navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de naheffingsaanslagen in de omzetbelasting, die elk meer dan € 1.000 belopen, heeft de Hoge Raad besloten om deze boetes met 5 procent te verminderen. Voor de boetebeschikkingen die minder dan € 1.000 belopen, werd geen verdere actie ondernomen, aangezien de enkele vaststelling van de schending van artikel 6, lid 1, EVRM voldoende werd geacht.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep in cassatie ongegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd voor zover deze betrekking had op de boete in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor 2013, en de boetes zoals vastgesteld door het Hof verminderd met 5 procent. De proceskosten werden niet toegewezen.