Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
7 juli 2023.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een erfpachter en een erfverpachter van een buitenplaats. De erfpachter, aangeduid als [eiser], heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft verplichtingen van de erfverpachter, Stichting Het Utrechts Landschap (HUL), met betrekking tot herstel, aanleg en onderhoud van de buitenplaats, evenals de herziening van de canon. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De advocaat van de erfpachter heeft schriftelijk gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal, die tot verwerping van het cassatieberoep strekt. De Hoge Raad heeft de klachten van de erfpachter beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de erfpachter veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen aan deze kosten is voldaan.