3.1.[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I.
voor recht te verklaren dat het Utrechts Landschap toerekenbaar tekort is geschoten in haar uit de akte voortvloeiende gewone onderhoudsplicht van de Overplaats;
voor recht te verklaren dat het Utrechts Landschap toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van artikel 14.1 van de akte;
het Utrechts Landschap te veroordelen binnen een maand na het in deze te wijzen vonnis, in ieder geval al het achterstallige normale onderhoud van de Overplaats te verrichten en de Overplaats vanaf dat moment in ieder geval op normale wijze te onderhouden;
het Utrechts Landschap te veroordelen de door [eiser] als gevolg aan het onder a en b vermelde toerekenbaar tekortschieten geleden schade te vergoeden, vast te stellen bij staat;
het Utrechts Landschap te veroordelen aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 1.000.000,- eenmalig indien het Utrechts Landschap niet aan de veroordeling onder c hiervoor voldoet en vervolgens € 10.000,- per dag dat die situatie voortduurt.
voor recht te verklaren dat het Utrechts Landschap heeft ingestemd met het verstrekken van een opdracht aan SB4 voor het opstellen van een herstel- en maatregelenplan;
het Utrechts Landschap te veroordelen binnen vijf dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis 9/10de althans een in goede justitie te bepalen deel van de kosten voor de uitvoering van het onder a hiervoor vermelde opdracht aan SB4, totaal groot € 100.000,-, aan [eiser] te vergoeden;
voor recht te verklaren dat het Utrechts Landschap heeft ingestemd met het door SB4 opgestelde herstel- en maatregelenplan;
het Utrechts Landschap te veroordelen binnen een maand na betekening van het in deze te wijzen vonnis medewerking te verlenen aan de uitvoering van het onder c hiervoor vermelde plan;
het Utrechts Landschap te veroordelen 9/10de, althans een in goede justitie te bepalen deel, van de kosten van de uitvoering van dat plan voor haar rekening te nemen;
het Utrechts Landschap te veroordelen aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 1.000.000,- eenmalig indien het Utrechts Landschap niet aan de veroordeling onder b en d hiervoor voldoet en vervolgens € 10.000,- per dag dat die situatie voortduurt.
subsidiair
het Utrechts Landschap te veroordelen binnen vijf dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis medewerking te verlenen aan de opdracht aan SB4, althans een in goede justitie aan te wijzen deskundige, om een plan voor de uitvoering van de in artikel 14.1 vermelde herstel c.q. aanleg en onderhoud op te stellen en binnen twee maanden nadat dat plan gereed is met de uitvoering daarvan aan te vangen en binnen vijf jaar daarna af te ronden;
voor recht te verklaren dat dat plan in ieder geval dient te bevatten:
i. de circa vier meter brede en met water gevulde sloot langs de Rijksstraatweg, strekkende vanaf de Ter Aasche weg tot aan de (voormalige) 18 eeuwse Moestuinschuur,
ii. slingerpaden, met name in vak 1 van het SB4-plan (genummerd vak 2 in het In Arcadië-plan) en in het achterland en het open karakter van het park,
iii. de historische waterinlaat vanuit de Vecht,
iv. de Boomgaard in het Noordwestelijke vak langs het Amsterdam-Rijnkanaal,
v. verharde parallelle zijpaden naast de zichtlaan,
vi. het opruimen van grote, omgevallen bomen,
vii. aanleg van voldoende parkeervoorziening.
het Utrechts Landschap te veroordelen 9/10de deel, althans een in goede Justitie te bepalen deel, van de kosten daarvan voor haar rekening te nemen;
het Utrechts Landschap te veroordelen aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 1.000.000,- eenmalig indien het Utrechts Landschap niet aan de veroordeling onder a hiervoor voldoet en vervolgens € 10.000,- per dag dat die situatie voortduurt.
meest subsidiair
het Utrechts Landschap te veroordelen binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis een plan voor herstel c.q. aanleg en onderhoud aan [eiser] te overleggen op grond waarvan, indien het wordt uitgevoerd, volledig aan de in artikel 14.1 van de akte neergelegde verplichting en aan de daarop van toepassing zijnde wettelijke regelingen wordt voldaan;
voor recht te verklaren dat dat plan in ieder geval dient te bevatten de zeven hierboven onder subsidiair b opgenomen elementen;
het Utrechts Landschap te veroordelen binnen twee maanden nadat dat plan gereed is met de uitvoering daarvan aan te vangen en binnen vijf jaar daarna af te ronden;
het Utrechts Landschap te veroordelen aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 1.000.000,- eenmalig indien het Utrechts Landschap niet aan de veroordeling onder a en b hiervoor voldoet en vervolgens € 10.000,- per dag dat die situatie voortduurt.
III.
het Utrechts Landschap te veroordelen binnen een redelijke termijn, doch minimaal binnen zes maanden na het in deze te wijzen vonnis, een parkeerplaats aan te leggen zoals vastgelegd in het eerste ontwerp van het In Arcadië-plan en/of het SB4-plan, althans voldoende parkeerplaatsen.
IV.
te verklaren voor recht dat het Utrechts Landschap niet (meer) de bevoegdheid toekomt de canon met ingang van 1 januari 2016 te wijzigen en dat [eiser] aan die wijziging geen medewerking behoeft te verlenen;
het Utrechts Landschap te veroordelen aan [eiser] de schade te vergoeden die hij heeft geleden als gevolg van het wederrechtelijk beroep van het Utrechts Landschap op artikel 8 van de akte, vast te stellen bij staat.
V.
te verklaren voor recht dat artikel 8 van de akte zo uitgelegd dient te worden dat de door partijen aangewezen deskundigen de op grond van artikel 8 van de akte te wijzigen canon dienen vast te stellen aan de hand van een actuele canongrondslag, vastgesteld rekening houdende met alle met betrekking tot het erfpachtrecht aanwezige waarde beïnvloedende omstandigheden, en een actueel gebruikelijk canonpercentage.
VI.
het Utrechts Landschap te veroordelen in de kosten van dit geding, inclusief de nakosten.