ECLI:NL:HR:2023:1051

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
22/00357
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindigingsovereenkomst ten aanzien van arbeidsovereenkomst in cassatie

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 2 november 2021. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 6 juni 2019. De eiser werd in deze procedure bijgestaan door zijn advocaat J.H.M. van Swaaij, en ook door J.M. Moorman en A.C. Tjepkema. De verweerder, Treffina International Trading B.V., gevestigd te Eindhoven, is niet verschenen in deze procedure. De Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Treffina zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 7 juli 2023 en openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/00357
Datum7 juli 2023
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: J.H.M. van Swaaij,
tegen
TREFFINA INTERNATIONAL TRADING B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Treffina,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 7289734 van de rechtbank Oost-Brabant van 6 juni 2019;
b. het arrest in de zaak 200.269.670/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 2 november 2021.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen Treffina is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat, en mede door J.M. Moorman en A.C. Tjepkema.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Treffina begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
7 juli 2023.