Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
4 juli 2023.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat is ingesteld door de klager, die stelt eigenaar te zijn van een auto die in beslag is genomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen een ander. De klager heeft een klaagschrift ingediend voor teruggave van de auto, maar de rechtbank Amsterdam heeft dit klaagschrift ongegrond verklaard. De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 3 februari 2022 beoordeeld, waarin de rechtbank de teruggave aan de verdachte heeft gelast. De Hoge Raad oordeelt dat de klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep tegen de beschikking van de rechtbank, omdat de beslissing in de strafzaak over het beslag op de auto al is genomen. Hierdoor kan er op het klaagschrift van de klager geen andere beslissing meer volgen. De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de klager geen recht heeft om in cassatie te komen tegen de beslissing van de rechtbank.