ECLI:NL:HR:2022:73

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 januari 2022
Publicatiedatum
25 januari 2022
Zaaknummer
20/02330
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing in cassatie wegens niet-ontvankelijkverklaring van verdachte in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 16 juli 2020. De verdachte, geboren in 1981, had beroep in cassatie ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring door het hof in het hoger beroep. De advocaat P.D. Popescu heeft namens de verdachte een cassatiemiddel voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De advocaat-generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het hof Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht.

De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en vastgesteld dat het terecht was voorgesteld. De redenen voor deze conclusie zijn uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof ten onrechte geen acht heeft geslagen op de inhoud van een e-mail van de raadsvrouw van de verdachte, die kort voor de zitting was verstuurd. Deze e-mail bevatte grieven die relevant waren voor de beoordeling van de zaak.

Als gevolg van deze bevindingen heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het gerechtshof Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden behandeld en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/02330
Datum25 januari 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 16 juli 2020, nummer 23-001021-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft P.D. Popescu, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het hof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel keert zich tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte door het hof in het hoger beroep.
2.2
Het cassatiemiddel is terecht voorgesteld. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 januari 2022.