ECLI:NL:GHAMS:2020:4035

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
25 januari 2022
Zaaknummer
23-001021-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens het ontbreken van grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 25 oktober 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1981, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar er zijn geen grieven ingediend. Tijdens de zitting op 16 juli 2020 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Het hof heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke grieven zijn ingediend door of namens de verdachte, en er zijn ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof concludeert dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht. Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 juli 2020, maar de jongste en oudste raadsheer waren niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001021-20
datum uitspraak: 16 juli 2020
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 25 oktober 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-105139-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1981,
adres: [adres].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 juli 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. M.J.A. Plaisier en mr. J. Steenbrink, in tegenwoordigheid van S. van Arenthals, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 juli 2020.
De jongste en oudste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.