ECLI:NL:HR:2022:665
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag kansspelbelasting en kenmerken van internetkansspelen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over een naheffingsaanslag in de kansspelbelasting die was opgelegd aan [X] B.V. De naheffingsaanslag betrof het tijdvak van 1 november 2008 tot en met 31 maart 2011. De belanghebbende, vertegenwoordigd door F.M.M. Duynstee, had in hoger beroep betoogd dat het spel dat zij aanbiedt, moet worden aangemerkt als een internetkansspel, waardoor de naheffingsaanslag anders berekend had moeten worden. De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], had een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof Amsterdam terecht had geoordeeld dat het spel niet voldoet aan de kenmerken van een internetkansspel zoals gedefinieerd in de Wet op de kansspelbelasting. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof dat de kenmerken van snelle opvolging van spelen en actieve rol van de speler niet aanwezig zijn in het spel van de belanghebbende. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.