Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te Lelystad,
2.Uitgangspunten en feiten
: “n.a.v. de navolgende lijst waar je om hebt gevraagd.”. In deze lijst van gebreken keert het punt van de keukenkastjes en de plaats van het dakluik niet terug. Mede gelet op deze chronologische gang van zaken en de strekking van art. 7:23 BW, te weten het bieden van duidelijkheid aan de verkoper ten aanzien van eventuele opleveringsgebreken, alsmede in aanmerking genomen dat [eiser] tussen 20 juni 2017 en 19 juli 2017 met de camper op vakantie was geweest en de camper dus uitgebreid heeft kunnen beoordelen, mocht DC erop vertrouwen dat de gebrekenlijst van 19 juli 2017 volledig was, en dat deze de lijst van 20 juni 2017 verving. Het eerstvolgende moment waarop [eiser] aan DC kenbaar heeft gemaakt het niet doorlopen van de kastjes en van de alu trim en de plaatsing van het dakluik als gebreken te beschouwen, was met het rapport van DEKRA in januari 2018. Dit is meer dan zes maanden na oplevering en ook meer dan zes maanden na 20 juni 2017, en derhalve te laat. (rov. 3.8 wat betreft de keukenkastjes en rov. 3.17 wat betreft het dakluik)
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
- vernietigt het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 29 september 2020;
- verwijst het geding naar het gerechtshof Den Haag ter verdere behandeling en beslissing;
- veroordeelt DC in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op € 534,59 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
22 april 2022.