ECLI:NL:HR:2022:446

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
21/00361
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning en tenuitvoerlegging van een Californisch arbitraal vonnis in het kader van het arbitragerecht

In deze zaak heeft ABO Management B.V., voorheen bekend als Alda Events B.V., cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de erkenning en tenuitvoerlegging van een Californisch arbitraal vonnis op basis van artikel 1076 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van Alda niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep van Alda verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders zijn begroot op € 913,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze en de overige raadsheren, en openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff op 25 maart 2022.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/00361
Datum25 maart 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
ABO MANAGEMENT B.V., voorheen geheten ALDA EVENTS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: Alda,
advocaat: F.E. Vermeulen,
tegen
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
2. [GmbH],
gevestigd te [vestigingsplaats], Duitsland,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: [verweerders],
advocaat: R.L.M.M. Tan.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 200.258.977/01 van het gerechtshof Amsterdam van 10 november 2020.
Alda heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. [verweerders] hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Alda heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Alda in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 913,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Alda deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
25 maart 2022.