Uitspraak
wonende te [woonplaats] , Spanje,
zetelende te 's-Hertogenbosch,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
11 maart 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door een werknemer tegen zijn werkgever, Weener XL, over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werknemer, die in Spanje woont, had in eerste instantie niet op de zitting van de kantonrechter gereageerd, waarna de arbeidsovereenkomst op 24 juli 2019 werd ontbonden. In hoger beroep heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, maar de werknemer heeft cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de vraag behandeld of het hof bevoegd was om kennis te nemen van de zaak, gezien de internationale aspecten en de toepasselijkheid van de Verordening Brussel I-bis. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd dat de werknemer op de hoogte was gebracht van zijn recht om de bevoegdheid van het hof te betwisten. Hierdoor was de vergewisplicht niet nageleefd. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. Tevens is Weener XL veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.