ECLI:NL:HR:2022:296

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
20/01160
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over inbreukverbod en misbruik van machtspositie in octrooirecht met betrekking tot standaard essentieel octrooi (SEP) in mobiele telecommunicatie

In deze zaak heeft WIKO SAS, gevestigd te Marseille, Frankrijk, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een geschil over een standaard essentieel octrooi (SEP) op het gebied van mobiele telecommunicatie, waarbij de vraag centraal staat of het licentie-aanbod van Koninklijke Philips N.V. fair, reasonable and non-discriminatory (FRAND) is. De Hoge Raad heeft de klachten van Wiko over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft Wiko, als in cassatie in het ongelijk gestelde partij, verwezen in de proceskosten. Philips had op basis van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vergoeding van de kosten in cassatie gevorderd, en partijen hebben overeenstemming bereikt over de kosten. De Hoge Raad heeft beslist dat Wiko in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld, tot op deze uitspraak begroot op € 80.000,--, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Het arrest is uitgesproken op 25 februari 2022.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/01160
Datum25 februari 2022
ARREST
In de zaak van
WIKO SAS,
gevestigd te Marseille, Frankrijk,
EISERES tot cassatie,
hierna: Wiko,
advocaat: H.J. Pot,
tegen
KONINKLIJKE PHILIPS N.V.,
gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Philips,
advocaten: W.A. Hoyng en F.W.E. Eijsvogels.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/09/508681 / HA ZA 16-411 van de rechtbank Den Haag van 18 oktober 2017;
het arrest in de zaak 200.233.178/01 van het gerechtshof Den Haag van 24 december 2019.
Wiko heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Philips heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

2.1
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2.2
Als de in cassatie in het ongelijk gestelde partij dient Wiko te worden verwezen in de proceskosten. Nu Philips op de voet van art. 1019h Rv vergoeding van de kosten in cassatie heeft gevorderd en partijen overeenstemming hebben bereikt over de ter zake op de voet van deze bepaling toe te schatten kosten, zal dienovereenkomstig worden beslist (Indicatietarieven in octrooizaken Hoge Raad punt 4).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Wiko in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Philips begroot op € 80.000,--, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Wiko deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter, de vicepresident M.J. Kroeze en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
25 februari 2022.