Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
Het hof kon tot dit oordeel komen ook al liet het in het midden op welk moment de dakdekkers klaar waren met de werkzaamheden vóór de luchtbehandelingsinstallatie. Het hof heeft kennelijk geoordeeld dat de omstandigheid dat de branderwerkzaamheden werden verricht “juist onder of in de nabijheid van die grote luchtinlaatopening” (rov. 3.11) zodanige mogelijkheden openliet – in die zin dat ofwel kort voor de brand een dakdekker met een brander aanwezig is geweest vóór de inlaatopening, ofwel enige tijd is verstreken tussen de inlaat van het warme materiaal of vuurdeeltjes en het blijken van de brand, ofwel door luchtstromingen op enige wijze een deeltje van onder de luchtbehandelingsinstallatie naar binnen is gezogen – dat de door [eiseres] gestelde omstandigheid dat de werkzaamheden vóór de luchtbehandelinginstallatie gereed waren om 11:30 uur, niet in de weg stond aan zijn oordeel dat de werkzaamheden de meest aannemelijke oorzaak van de brand waren. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en evenmin onvoldoende gemotiveerd. De hiervoor in 3.1 weergegeven klachten falen.
4.Beslissing
23 december 2022.