ECLI:NL:HR:2022:1893

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
22/03117
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over zorgmachtiging en wilsbekwaamheid in het kader van verplichte medicatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een zorgmachtiging en de vraag of er sprake is van wilsbekwaam verzet tegen verplichte medicatie. De zaak betreft een verzoeker, aangeduid als betrokkene, die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had eerder op 20 mei 2022 een beschikking gegeven in de zaak C/18/213301 / FA RK 22-1696. De advocaat van betrokkene, M.E. Bruning, heeft het cassatieberoep ingesteld, terwijl de officier van justitie in het arrondissement Noord-Nederland niet is verschenen en geen verweerschrift heeft ingediend. De Advocaat-Generaal B.J. Drijber heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van de rechtbank. Het is niet nodig om de redenen voor dit oordeel verder te motiveren, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft derhalve besloten het beroep te verwerpen.

Deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock, wat betekent dat de uitspraak toegankelijk is voor het publiek en dat de betrokken partijen op de hoogte zijn gesteld van de beslissing van de Hoge Raad.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03117
Datum16 december 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats], thans verblijvende te [plaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: M.E. Bruning,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT NOORD-NEDERLAND,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/18/213301 / FA RK 22-1696 van de rechtbank Noord-Nederland van 20 mei 2022.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren S.J. Schaafsma, als voorzitter, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
16 december 2022.