ECLI:NL:HR:2022:1844
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Amsterdam over verzet belanghebbende
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2022 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door G. Veldhuisen, tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 11 augustus 2021. De Rechtbank had het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 10 april 2018 gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk is, omdat de uitspraak van de Rechtbank niet vatbaar is voor cassatie volgens artikel 28, lid 2, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De Hoge Raad ziet geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen. Het arrest is gewezen door vice-president R.J. Koopman, met medewerking van raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op 9 december 2022.