2.2.1Ten laste van de verdachte is onder 1 en 2 bewezenverklaard dat:
“1. de verdachte in de periode van 26 oktober 2009 tot en met 30 november 2010 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels de Belastingdienst heeft bewogen tot de afgifte van geld, immers hebben de verdachte en haar mededaders telkens - ter verkrijging van Kinderopvangtoeslag - documenten, te weten valselijk opgemaakte elektronische aanvragen en wijzigingen Kinderopvangtoeslag, bij de Belastingdienst ingediend, inhoudende onder meer dat de in de aanvragen en wijzigingen genoemde kinderen gedurende een in de aanvragen en wijzigingen genoemd aantal uren per maand, per een in de aanvragen en wijzigingen genoemde ingangsdatum kinderopvang genieten, namelijk dat
eigen aanvraag
[ betrokkene 50] gedurende 135 uur per maand en [betrokkene 1] gedurende 135 uur per maand vanaf 1 januari 2009 beiden kinderopvang genieten bij [M] en [betrokkene 51] gedurende 110 uur per maand vanaf 15 januari 2009 kinderopvang geniet bij [C] en [betrokkene 51] gedurende 90 uur per maand per 15 januari 2009 kinderopvang geniet bij [A] en [betrokkene 52] gedurende 140 uur per maand en [betrokkene 53] gedurende 140 uur per maand vanaf 1 januari 2009 beiden kinderopvang genieten bij [N] en [betrokkene 52] gedurende 140 uur per maand en [betrokkene 53] gedurende 140 uur per maand vanaf 1 januari 2010 beiden kinderopvang genieten bij [N] en
aanvraag V-11 [betrokkene 92]
[betrokkene 54] gedurende 230 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [F] en [betrokkene 54] gedurende 230 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [F] en
aanvraag V-14 [betrokkene 94]
[betrokkene 55] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 mei 2009 kinderopvang geniet bij [P] en [betrokkene 56] gedurende 260 uur per maand vanaf 3 juni 2009 kinderopvang geniet bij [A] en
aanvraag V-03 [betrokkene 1]
[betrokkene 56] gedurende 105 uur per maand vanaf 4 januari 2009 kinderopvang geniet bij [A] en
aanvraag A-073 [betrokkene 3]
gedurende 260 uur per maand vanaf 6 januari 2009 kinderopvang geniet bij [B] en
aanvraag A-083 [betrokkene 57]
[betrokkene 59] gedurende 140 uur per maand vanaf 6 januari 2009 kinderopvang geniet bij [A] en [betrokkene 58] gedurende 230 uur per maand vanaf 6 januari 2009 kinderopvang geniet bij [Q] en [betrokkene 58] gedurende 230 uur per maand vanaf 14 oktober 2009 kinderopvang geniet bij [A] en
aanvraag A-010 [betrokkene 19]
[betrokkene 20] gedurende 135 uur per maand en [betrokkene 21] gedurende 135 uur per maand vanaf 7 januari 2009 beiden kinderopvang genieten bij [E] en [betrokkene 22] gedurende 230 uur per maand vanaf 7 januari 2009 kinderopvang geniet bij [G] en
aanvraag A-031 [betrokkene 25]
[betrokkene 26] gedurende 230 uur per maand vanaf 1 juni 2009 kinderopvang geniet bij [I] en
aanvraag A-006 [betrokkene 27]
[betrokkene 28] gedurende 230 uur per maand en [betrokkene 29] gedurende 140 uur per maand vanaf 4 januari 2009 beiden kinderopvang genieten bij [A] en
aanvraag A-072 [betrokkene 60]
[betrokkene 61] gedurende 140 uur per maand en [betrokkene 62] gedurende 140 uur per maand vanaf 3 januari 2009 beiden kinderopvang genieten bij [R] en
aanvraag A-071 [betrokkene 30]
[betrokkene 31] gedurende 140 uur per maand en [betrokkene 31] gedurende 140 uur per maand en [betrokkene 32] gedurende 140 uur per maand vanaf 2 januari 2009 allen kinderopvang genieten bij [H] en
aanvraag A-089 [betrokkene 63]
[betrokkene 64] gedurende 140 uur per maand vanaf 3 januari 2009 kinderopvang geniet bij [S] en [betrokkene 65] gedurende 230 uur per maand vanaf 3 januari 2009 kinderopvang geniet bij [T] en
aanvraag A-038 [betrokkene 66]
[betrokkene 67] gedurende 140 uur per maand vanaf 4 januari 2009 kinderopvang geniet bij [U] en [betrokkene 68] gedurende 230 uur per maand vanaf 4 januari 2009 kinderopvang geniet bij [W] en
aanvraag A-086 [betrokkene 69]
[betrokkene 70] gedurende 140 uur per maand en [betrokkene 71] gedurende 140 uur per maand vanaf 4 januari 2009 beiden kinderopvang genieten bij [X] en
aanvraag A-067 [betrokkene 72]
[betrokkene 73] gedurende 140 uur per maand vanaf 6 januari 2009 kinderopvang geniet bij [R] en
aanvraag A-032 [betrokkene 74]
[betrokkene 75] gedurende 140 uur per maand vanaf 2 januari 2009 kinderopvang geniet bij [Y] en
aanvraag A-129 [betrokkene 76]
[betrokkene 77] gedurende 102 uur per maand en [betrokkene 78] gedurende 210 uur per maand vanaf 1 januari 2009 beiden kinderopvang genieten bij [Z] en
aanvraag A-116 [betrokkene 79]
[betrokkene 80] gedurende 230 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [AA] en
aanvraag A-120 [betrokkene 81]
[betrokkene 82] gedurende 235 uur per maand en [betrokkene 83] gedurende 235 uur per maand vanaf 1 januari 2010 beiden kinderopvang genieten bij [AB] en
aanvraag A-125 [betrokkene 84]
[betrokkene 85] gedurende 153 uur per maand en [betrokkene 85] gedurende 80 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang genieten bij [AC] en
aanvraag/wijziging A-127 [betrokkene 86]
[betrokkene 87] gedurende 180 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [AD] en [betrokkene 88] gedurende 180 uur per maand en [betrokkene 89] gedurende 180 uur per maand vanaf 1 januari 2010 (beiden) kinderopvang genieten bij [AE] en
aanvraag A-143 [betrokkene 90]
[betrokkene 91] gedurende 230 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [AF] .
waardoor de verdachte en haar mededaders de suggestie hebben gewekt dat de personen genoemd op de aanvragen en wijzigingen Kinderopvangtoeslag recht hadden op deze toeslag, waardoor de Belastingdienst is bewogen tot uitbetaling van voornoemde toeslagen tot een geldbedrag van in totaal circa € 554.796,00;
2. [zij] in de periode van 17 november 2009 tot en met 30 november 2010 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben de verdachte en haar mededaders telkens geldbedragen van in totaal circa € 174.392,00 (de Hoge Raad merkt op: bij het bedrag van “€ 174.392,00” is door het hof een voetnoot geplaatst. De tekst van die voetnoot luidt: “Bedrag van eigen aanvraag + stortingen op bankrekeningen + contant ontvangen.”) verworven en voorhanden gehad en deze bedragen, overgedragen of omgezet, terwijl zij en haar mededaders wisten dat het geld geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.”
2.2.2Het hof heeft ten aanzien van de bewijsvoering onder meer het volgende overwogen:
“Het hof gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Het dossier bevat een groot aantal KOT (de Hoge Raad begrijpt: kinderopvangtoeslag) aanvragen. Daarvan zijn de aanvragen van 22 aanvragers aan de verdachte ten laste gelegd onder feit 1, te weten haar eigen aanvragen en de aanvragen van [betrokkene 92] , [betrokkene 94] , [betrokkene 1] , [betrokkene 3] , [betrokkene 57] , [betrokkene 19] , [betrokkene 25] , [betrokkene 27] , [betrokkene 60] , [betrokkene 30] , [betrokkene 63] , [betrokkene 66] , [betrokkene 69] , [betrokkene 72] , [betrokkene 74] , [betrokkene 76] , [betrokkene 79] , [betrokkene 81] , [betrokkene 84] , [betrokkene 86] , [betrokkene 90] .
De Belastingdienst heeft naar aanleiding van deze aanvragen in totaal € 554.796.00 uitgekeerd aan KOT.
Het hof ziet zich voor de volgende vragen gesteld.
- Had de verdachte een rol bij het indienen van deze valse aanvragen KOT en zo ja, welke?
- Heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan (gewoonte)witwassen?
(...)
Uit het voorgaande volgt dat de verdachte in samenwerking met [medeverdachte 2] bij al de hiervoor besproken aanvragen betrokken was.
De verdachte heeft naast het bedrag van € 50.192,00 dat zij aan KOT op haar rekening heeft gekregen voor haar eigen aanvragen, de volgende bedragen op haar bankrekeningen ontvangen dan wel op haar verzoek naar rekeningnummers op naam van derden over laten maken:
- Van [betrokkene 27] € 10.050,00
- Van [betrokkene 95] € 16.000,00
- Van [betrokkene 79] € 7.500,00
- Van [betrokkene 81] € 8.300,00
- Van [betrokkene 86] € 7.550,00
- [betrokkene 69]
€ 9.500,00
Totaal € 58.900,00
De volgende aanvragers stellen de volgende contante bedragen aan de verdachte te hebben betaald:
- [betrokkene 27] € 2.000,00
- [betrokkene 19] € 35.400,00
- [betrokkene 74] € 4.500,00
- [betrokkene 3] € 9.000.00
- [betrokkene 57] € 4.400,00
- [betrokkene 72] € 5.000,00
- [betrokkene 84] € 4.000,00
- [betrokkene 90]
€ 1.000,00
Totaal € 65.300,00
Uit het voorgaande is (...) gebleken dat de aanvragen KOT (...) werden verricht door een georganiseerde groep, waarbij er sprake was van een duidelijke rolverdeling. De ouders hebben onafhankelijk van elkaar over het algemeen consistent, gedetailleerd en nagenoeg gelijk verklaard over de werkwijze van de verdachte en haar mededaders. Daarbij ontvingen de daadwerkelijke indieners van de aanvragen van de KOT de gegevens van ouders (veelal) niet zelf, maar werden deze verstrekt door andere personen. Deze laatste groep van (tussen-)personen onderhield (vrijwel) al het contact met de ouders en was niet alleen verantwoordelijk voor het ontvangen en doorgeven van de benodigde (persoons)gegevens, maar ook voor het daarna innen bij de ouders van een deel van de ontvangen KOT. De verdachte en [medeverdachte 2] waren de spil in dit geheel. De verdachte zocht actief contact met de ouders en ronselde hen. Zij stuurde ook de loopjongens aan die gegevens voor haar ophaalden en gelden inden. [medeverdachte 2] zorgde dat de gegevens bij de juiste personen kwamen en keek of de KOT al gestort was op de rekeningen van de aanvragers.
Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met haar mededaders de Belastingdienst heeft opgelicht voor een bedrag van € 554.796,00.
De door onder meer de verdachte gepleegde oplichting heeft ertoe geleid dat de Belastingdienst ten onrechte KOT heeft uitgekeerd voor een totaalbedrag van € 554.796,00. Deze ten onrechte uitgekeerde KOT is daarom uit
eigenmisdrijf afkomstig, waarin wetenschap van de criminele herkomst ligt besloten.
De KOT is gestort op de bankrekeningen van de aanvragers. Deze criminele opbrengsten bleven deels bij de aanvragers en zijn deels afgestaan aan onder meer de verdachte. Uit de omstandigheid dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen de Belastingdienst heeft opgelicht, volgt niet zonder meer dat de verdachte ook moet worden aangemerkt als pleger van het witwassen van het gedeelte dat niet aan de verdachte is afgestaan. Ten aanzien van dit gedeelte wordt de verdachte dus vrijgesproken.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat naar aanleiding van haar eigen KOT aanvraag ruim € 50.000,00 op de rekening van de verdachte is gestort door de Belastingdienst. Zoals hierboven overwogen kan het niet anders dan dat zij wist dat zij hier geen recht op had. De verdachte heeft van het door haar ontvangen geld € 8.500,00 gegeven aan de personen die de aanvraag voor haar hebben gedaan. Het restant van het geld heeft zij uitgegeven. Daarmee heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen door gelden die afkomstig waren van onterecht verkregen KOT te verwerven en voorhanden te hebben en deze geldbedragen vervolgens over te dragen (aan degenen die voor haar de KOT hadden aangevraagd) of om te zetten (doordat zij de ontvangen KOT heeft uitgegeven). De verdachte heeft zich daarnaast ook schuldig gemaakt aan witwassen met betrekking tot de geldbedragen die zij telkens van de andere aanvragers heeft ontvangen. Zoals hiervoor onder "betrokkenheid per aanvrager" blijkt, hebben aanvragers onafhankelijk van elkaar verklaard over de bedragen die zij contant hebben afgestaan. Voorts volgt uit de girale stortingen dat er ook een aantal aanvragers geld op de bankrekening van de verdachte heeft overgeboekt. De bedragen werden in een aantal gevallen chartaal aan de verdachte of [medeverdachte 2] overhandigd en in sommige gevallen door tussenpersonen. Het hof ziet geen reden te twijfelen aan deze verklaringen, nu de verklaringen van de aanvragers hierover gedetailleerd zijn en onderling grote overeenkomsten vertonen en de betwisting van de verdachte dat zij deze geldbedragen heeft ontvangen in dat licht te weinig specifiek is.
Het hof gaat er dan ook vanuit dat de verdachte de bedragen, zoals hiervoor opgesomd, namelijk in totaal € 173.392,- heeft ontvangen en witgewassen.
Nu de verdachte gedurende een langere periode telkens geldbedragen die afkomstig waren van onterecht verkregen KOT heeft verworven en voorhanden gehad om deze geldbedragen vervolgens over te dragen of om te zetten, is er sprake van gewoontewitwassen.”
2.2.3Met betrekking tot de strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de in de woning van de verdachte aangetroffen contante geldbedragen van € 10.000 en € 13.000 heeft het hof verder het volgende overwogen:
“Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde
een gewoonte maken van witwassen
Beslag
Het hof stelt vast dat € 23.000,00 is aangetroffen in de woning van de verdachte. Dat het geldbedrag zou toebehoren aan een familielid van de verdachte en zij het voor haar bewaarde heeft de verdediging onvoldoende onderbouwd. Het hof gaat er daarom vanuit dat dit geld eigendom is van de verdachte. Aangezien de verdachte niet beschikte over een legale inkomstenbron die dit contante geldbedrag kan verklaren en de bewezenverklaarde feiten in ogenschouw genomen, is het hof van oordeel dat er geen andere mogelijkheid is dan dat dit geld afkomstig is uit de bewezenverklaarde strafbare feiten en zal het hof de geldbedragen van € 10.000,00 en € 13.000,00 verbeurd verklaren.”