Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
22 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van mensenhandel, waarbij hij mensen afkomstig uit Aruba begeleidde, huisvestte en onder controle hield, met als doel hen te laten meewerken aan het plegen van strafbare feiten, zoals vastgelegd in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft cassatiemiddelen ingediend, waarbij zijn raadsman, J.C. Reisinger, een onvolkomenheid aanvoerde met betrekking tot de beëdiging van meerdere raadsheren van het hof en de advocaat-generaal die betrokken was bij de behandeling in hoger beroep. De Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld en geconcludeerd dat ze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom de klachten niet tot vernietiging leiden, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft.