De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf en wat betreft de duur van de gijzeling die is verbonden aan de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen;
- vermindert de duur van de opgelegde gevangenisstraf in die zin dat deze vijf jaren en negen maanden bedraagt;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 Sv ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] gijzeling voor de duur van 11 dagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 Sv ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2] gijzeling voor de duur van 32 dagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 Sv ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3] gijzeling voor de duur van 53 dagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 Sv ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4] gijzeling voor de duur van 32 dagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 Sv ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 5] gijzeling voor de duur van 161 dagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 Sv ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 6] gijzeling voor de duur van 18 dagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat met toepassing van artikel 6:4:20 Sv ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen ten behoeve van het slachtoffer Aegon Schadeverzekeringen gijzeling voor de duur van 53 dagen kan worden toegepast;
- verwerpt het beroep voor het overige.