Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
15 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 10 december 2020 had geoordeeld in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1951. De zaak betreft economische delicten, waaronder het niet melden van vuurwerktransporten, valsheid in geschrift, gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie, met als achtergrond de handel in illegaal vuurwerk uit China. De Hoge Raad heeft verschillende cassatiemiddelen beoordeeld, waaronder het verzoek tot het horen van getuigen, bewijsklachten met betrekking tot de valsheid in geschrift en gewoontewitwassen, en de redelijke termijn in de eerste aanleg. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De advocaat-generaal A.E. Harteveld had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij de vice-president J. de Hullu als voorzitter optrad, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.L.J. van Strien. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.