ECLI:NL:HR:2022:1635
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake economische delicten en criminele organisatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 10 december 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1949, was aangeklaagd voor verschillende economische delicten, waaronder het niet melden van vuurwerktransporten, valsheid in geschrift, gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie, in het kader van de handel in illegaal vuurwerk uit China. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen van de verdachte beoordeeld, die onder andere betrekking hadden op de afwijzing van het verzoek tot het horen van getuigen, bewijsklachten met betrekking tot de valsheid in geschrift en de redelijke termijn in de eerste aanleg. De advocaat-generaal, A.E. Harteveld, had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte.