ECLI:NL:HR:2022:1490

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 oktober 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
22/00028
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot herziening van een eerder arrest in belastingzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 oktober 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerder arrest. Het verzoek was ingediend door [X] B.V., vertegenwoordigd door B.P. Diesveld, en betrof het arrest van de Hoge Raad van 1 oktober 2021, met nummer 20/03737 en ECLI:NL:HR:2021:1435. De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld en de procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen. Na beoordeling kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat het verzoek om herziening duidelijk niet kon slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 21 oktober 2022, en is gewezen door vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/00028
Datum21 oktober 2022
ARREST
in de zaak van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende),
vertegenwoordigd door B.P. Diesveld,
op het verzoek om herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 1 oktober 2021, nr. 20/03737, ECLI:NL:HR:2021:1435.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek om herziening

De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het verzoek om herziening duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2022.