Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
4.Beslissing
20 september 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 september 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een jeugdige verdachte die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere uitspraak. De advocaat van de verdachte, D.R. Kops, heeft cassatiemiddelen ingediend, waarbij de advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof.
De kern van het cassatiemiddel is dat de pleitnota, die door de raadsman van de verdachte tijdens de terechtzitting in hoger beroep is overgelegd, niet in de processtukken aanwezig is. Dit gebrek heeft geleid tot de conclusie dat de Hoge Raad niet kan nagaan of er meer verweren zijn gevoerd dan in de uitspraak van het hof zijn vermeld. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de pleitnota niet meer beschikbaar is en heeft daarom het cassatiemiddel gegrond verklaard.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht. Dit arrest benadrukt het belang van de beschikbaarheid van processtukken in hoger beroep en de gevolgen van het ontbreken daarvan voor de rechtsgang.